Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
nietin Nederland wonende werknemers zijn in de Wet op de Loonbelasting 1964 in artikel 2, lid 4 en 5, bepalingen opgenomen voor personeel werkzaam in het internationale vervoer.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten en griffierecht
6.Beslissing
- verklaart het beroep in de zaak met nummer BRE 21/2063 gegrond;
- verklaart de overige beroepen ongegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar met betrekking tot het jaar 2016, maar uitsluitend voor zover het de beslissing ten aanzien van de vergrijpboete betreft;
- vernietigt de boetebeschikking;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten in bezwaar en beroep van belanghebbende tot een bedrag van € 1.970; en
- gelast dat de inspecteur aan belanghebbende een bedrag van € 49 aan griffierecht vergoedt.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: