Uitspraak
rechtbank zeeland-west-brabant
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 december 2022 in de zaak tussen
[belanghebbende], gevestigd te [plaats] (Verenigde Staten), belanghebbende
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Procesverloop
Overwegingen
Geschil3.In geschil is of de teruggaafverzoeken terecht zijn afgewezen. Belanghebbende stelt, kort samengevat, met een beroep op het Unierecht, dat zij recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting omdat zij vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling (fbi).
’s-Hertogenbosch van 26 oktober 2022 [5] , buiten beschouwing wordt gelaten, is de rechtbank van oordeel dat de inspecteur de teruggaafverzoeken terecht heeft afgewezen. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij voldoende vergelijkbaar is met een fbi, met name als het gaat om de aandeelhouderseisen en de dooruitdelingseis.