In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 6 december 2022, is het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg ongegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen de herziening van de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden, die op 20 januari 2022 was vastgesteld. Het college had de eerder toegekende maatwerkvoorziening van zes uur per week, die eiser tot 10 oktober 2021 ontving, herzien naar 215 minuten per week. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld, waaronder de claim dat het college ten onrechte het verzoek om meer uren aan huishoudelijke hulp had afgewezen. Eiser, die lijdt aan aangeboren hemiplegie en andere fysieke beperkingen, stelde dat de toegewezen tijd onvoldoende was om aan zijn behoeften te voldoen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college de maatwerkvoorziening op goede gronden heeft vastgesteld, gebaseerd op objectieve en onafhankelijke onderzoeken. De rechtbank concludeert dat de toegewezen 215 minuten per week aan huishoudelijke hulp in overeenstemming is met het huidige beleid en dat er geen reden is om af te wijken van deze toekenning. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiser, dat het gemeentelijke beleid niet redelijk is, verworpen wegens onvoldoende feitelijke onderbouwing. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van individuele omstandigheden bij de toekenning van maatwerkvoorzieningen en bevestigt dat het college altijd een onderzoek moet doen naar relevante feiten en omstandigheden. De rechtbank heeft de beslissing van het college om de maatwerkvoorziening te herzien in stand gehouden, en eiser krijgt geen griffierecht of vergoeding van proceskosten terug.