ECLI:NL:CRVB:2022:2050
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de omvang van ondersteuning bij wasverzorging op basis van het CIZ-protocol
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, geboren in 1941, heeft beperkingen bij het doen van het huishouden en ontving op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 een maatwerkvoorziening voor hulp bij het huishouden. Het college van burgemeester en wethouders van Enschede had de ondersteuning voor wasverzorging vastgesteld op twee uur per week, wat appellante onvoldoende achtte. Ze stelde dat ze vier uur per week nodig had, gezien haar medische situatie en het aantal wasbeurten dat ze wekelijks had.
De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat het college de normtijden uit het CIZ-protocol correct had toegepast. De Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat appellante niet voldoende had aangetoond dat de toegewezen tijd voor wasverzorging niet voldeed aan haar behoeften. De Raad concludeerde dat de toekenning van twee uur per week voor wasverzorging terecht was, gezien de omstandigheden en de toepassing van het CIZ-protocol. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve onderbouwing bij het aanvragen van zorg en ondersteuning.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.