Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de ontvanger van de Belastingdienst. De zaak betreft een bezwaar dat de belanghebbende had ingediend tegen de verrekening van een bedrag van € 1.504,00 van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2020 met een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. De ontvanger had op 11 januari 2021 het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard, omdat er tegen een verrekening geen bezwaar en beroep openstaat. De belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard voor zover het beroep gericht was tegen de uitspraak op bezwaar en heeft het beroep tegen de rentekwesties niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat de fiscale bestuursrechter niet bevoegd is om inhoudelijk te oordelen over beslissingen van de ontvanger op grond van de Invorderingswet 1990. Dit is vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft ook aangegeven dat de mogelijkheid om bezwaar te maken afhankelijk is van de mogelijkheid om beroep in te stellen. Aangezien er geen beroep kan worden ingesteld tegen de beslissing tot verrekening, kan er ook geen bezwaar worden gemaakt. De rechtbank heeft verder de stelling van de belanghebbende verworpen dat het feit dat niet alle geschillen met een bestuursorgaan voorgelegd kunnen worden aan de bestuursrechter in strijd is met het Unierecht.
Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat de kwestie van de aanslag zelf niet aan de orde is in deze procedure, en dat de uitspraak op bezwaar uitsluitend betrekking heeft op de verrekeningsbeschikking. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen zes weken na de verzenddatum.