Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[naam verzoeker 1], [adres verzoeker 1] te [woonplaats verzoeker 1] (BRE 20/9947 VV),
[namen verzoekers 2],[adres verzoekers 2] te [woonplaats verzoekers 2] (BRE 20/9948 VV),
[namen verzoekers 3],[adres verzoekers 3] te [woonplaats verzoekers 3] (BRE 20/9949 VV),
[naam verzoekster 4],[adres verzoekster 4] te [woonplaats verzoekster 4] (BRE 20/9950 VV),
[naam verzoeker 5],[adres verzoeker 5] te [woonplaats verzoeker 5] (BRE 20/9951 VV),
[namen verzoekers 6],[adres verzoekers 6] te [woonplaats verzoekers 6] (BRE 20/9952 VV),
[namen verzoekers 7],[adres verzoekers 7] te [woonplaats verzoekers 7] (BRE 20/9953 VV),
[naam verzoeker 8],[adres verzoeker 8] te [woonplaats verzoeker 8] (BRE 20/9954 VV),
9.[naam verzoeker 9], [adres verzoeker 9], te [woonplaats verzoeker 9] (BRE 21/386 VV),
[naam verzoeker 10],[adres verzoeker 10], te [woonplaats verzoeker 10] (BRE 21/386 VV),
[naam verzoeker 11],[adres verzoeker 11] te [woonplaats verzoeker 11] (BRE 21/386 VV),
[naam verzoeker 12], [adres verzoeker 12] te [woonplaats verzoeker 12] (BRE 21/386 VV),
[namen verzoekers 13],[adres verzoekers 13], te [woonplaats verzoeker 13] (BRE 21/386 VV),
[naam verzoeker 14],[adres verzoeker 14] te [woonplaats verzoeker 14] (BRE 21/386 VV),
gemachtigde: mr. A.P. IJkelenstam.
1. Feiten
2. Gronden
3. Voorlopige voorzieningen
Maximale bouwhoogte:de hoogte van gebouwen mag volgens de planregels binnen beide bestemmingen niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven. [3] Ten aanzien van het linker gedeelte van het terrein (Bedrijventerrein -2’) geldt een maximale bouwhoogte van 12 meter op het meest linkse gedeelte daarvan en van 22 meter op het overige deel van dat terrein. Voor de overige drie kwart van het terrein (Bedrijventerrein – 4), geldt een maximale bouwhoogte – van links naar rechts – van 22 meter, 32 meter en 12 meter. Het bouwplan heeft een bouwhoogte van 15 meter. Die hoogte is in strijd met de maximale bouwhoogte van 12 meter die geldt voor het linker gedeelte van het terrein. Het bouwplan is niet in strijd met de maximale bouwhoogte van 12 meter die geldt voor het meest rechtse deel van het terrein, omdat uit de bouwtekening blijkt dat daar geen hoge gebouwen worden gerealiseerd.
Maximale hoogte erfafscheiding:de hoogte van erfafscheidingen mag volgens de planregels binnen beide bestemmingen niet hoger zijn dan 3 meter. [4] In strijd daarmee voorziet het bouwplan in een erfafscheiding van 3,06 meter.
gebouwen. Tegen de activiteiten bouwen en het afwijken van de maximale bouwhoogte voor de
erfafscheidingzijn geen gronden aangevoerd.
heledistributiecentrum in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De bouw van het distributiecentrum past immers grotendeels binnen het bestemmingsplan. Dat betekent dat die vraag al bevestigend is beantwoord door de gemeenteraad bij het vaststellen van het bestemmingsplan. Aan de voorzieningenrechter is een omgevingsvergunning voorgelegd die ziet op het met drie meter afwijken van de maximale bouwhoogte op een klein deel van het terrein. De voorzieningenrechter zal daarom alleen toetsen of het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten of die
verhogingin overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. [9]
volledigebouw van het distributiecentrum in beeld zijn gebracht. Omdat de (in de) omgevingsvergunning (aangehaalde strijdigheid) slechts ziet op het
afwijkenvan de maximale bouwhoogte met drie meter, had het college naar het oordeel van de voorzieningenrechter ten aanzien van het aspect verkeer een vergelijking moeten maken tussen de bouw van het distributiecentrum voor zover dit (maximaal) past binnen het bestemmingplan aan de ene kant en de verhoging van drie meter aan de andere kant. Het college had inzichtelijk moeten maken welke gevolgen die verhoging van drie meter zal hebben voor het verkeer in de omgeving van het distributiecentrum. [10]
hoogtevan het distributiecentrum niet van invloed is op de verkeerssituatie. In het verkeersonderzoek van Goudappel Coffeng wordt gebruik gemaakt van CROW-normen, waarbij de verkeersgeneratie wordt bepaald aan de hand van het
netto hectare oppervlakvan het distributiecentrum en niet aan de hand van de
inhoudvan het distributiecentrum. Daar is voor gekozen omdat nog geen eindgebruiker bekend is. Naar het oordeel van het college en vergunninghoudster blijkt daarom uit het onderzoek in voldoende mate dat die verhoging geen gevolgen zal hebben voor de verkeerssituatie. De voorzieningenrechter acht dit niet zonder meer aannemelijk, omdat die verhoging leidt tot een grotere inhoud van het distributiecentrum (volgens verzoekers 75.000 m3). Dat betekent dat meer goederen opgeslagen kunnen worden en dat kan leiden tot meer verkeersbewegingen en meer verkeersoverlast voor omwonenden. Het college heeft dat onvoldoende in kaart gebracht.
volledigebouw van het distributiecentrum in beeld zijn gebracht. Omdat de afwijking in de omgevingsvergunning slechts ziet op de bouwhoogte met drie meter, had het college naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook ten aanzien van het aspect geluid een vergelijking moeten maken tussen de bouw van het distributiecentrum voor zover dit (maximaal) past binnen het bestemmingplan en de verhoging van drie meter. Het college had inzichtelijk moeten maken welke geluidsgevolgen die verhoging van drie meter zal hebben voor de omgeving van het distributiecentrum.
afwijkingvan het bestemmingsplan minder zal zijn dan waar nu vanuit is gegaan voor het
gehelebouwplan. [12] De bouw van het distributiecentrum met een totale oppervlakte van 131.540 m2 past op zich binnen het bestemmingsplan. Dat betekent dat de gemeenteraad een dergelijk distributiecentrum in overeenstemming acht met een goede ruimtelijke ordening en dat een dergelijk initiatief geen onaanvaardbare inbreuk maakt op het woon- en leefklimaat van verzoekers. [13] Op grond van het bestemmingsplan is het ook mogelijk om dichterbij de woningen te bouwen met een hoogte van 12 meter en zijn verder op het terrein zelfs hogere hoogtes toegestaan. Ook dat wordt door de gemeenteraad in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening geacht en leidt niet tot een onaanvaardbare inbreuk. In vergelijking daarmee is de afwijking van de maximale bouwhoogte met 3 meter een kleine afwijking.
1.Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo