“Artikel 11:
1. Het jaarlijkse bedrijfsresultaat van de vennootschap onder firma wordt verdeeld, steeds met inachtneming van de navolgende aandelen in het bedrijfsresultaat, en ongeacht of het bedrijfsresultaat positief of negatief is.
2. Iedere vennoot ontvangt of draagt jaarlijks als aandeel in het bedrijfsresultaat een vergoeding over zijn aandeel in het kapitaal van de vennootschap per het begin van het boekjaar, gelijk aan een rentepercentage van 4,5%.
3. De vennoten sub 1 ontvangen jaarlijks een vergoeding voor de inbreng van het gebruik en genot in de vennootschap van de onroerende zaken en de aan het bedrijf behorende varkensrechten, in artikel 3 van deze overeenkomst voornoemd, ter grootte van € 20.025 exclusief omzetbelasting.
4. De vennoten sub 1 ontvangen een arbeidsvergoeding vooraf welke vastgesteld wordt bij 1.236 uren op jaarbasis op € 30.900,- exclusief omzetbelasting.
5. Hetgeen na de hiervoor vermelde vergoedingen als saldo resteert, wordt indien dit saldo positief is, als volgt verdeeld:
De vennoten sub 1 ontvangen 5 procent
De vennoten sub 2 ontvangen 95 procent
6. Hetgeen na de hiervoor vermelde vergoedingen als saldo resteert, wordt indien dit saldo negatief is, als volgt verdeeld:
De vennoten sub 1 dragen 0 procent
De vennoten sub 2 dragen 100 procent.
4. De overdrachts- of stakingswinsten of -verliezen worden als volgt verdeeld:
De vennoten sub 1 ontvangen c.q. dragen 0 procent.
De vennoten sub 2 ontvangt c.q. draagt 100 procent.
5. De aanspraken op investeringsbijdragen dan wel andere bedrijfsmatig verstrekte bijdragen of investeringsfaciliteiten, worden door de vennoten genoten overeenkomst hun winstaandeel bij een positief resultaat.
6. De verdeling van het bedrijfsresultaat kan jaarlijks in onderling overleg worden gewijzigd. Ten aanzien van de gewerkte uren door de vennoten sub 1 wordt opgemerkt dat de uren jaarlijks in onderling overleg achteraf nader kunnen worden vastgesteld. De arbeidsbeloning zal dan evenredig worden herrekend.”