Op 13 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een aantal zaken betreffende de teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting door buitenlandse beleggingsfondsen, specifiek Spezial Sondervermögen met één deelnemer. De rechtbank heeft in deze uitspraak de rechtsvragen behandeld die voortvloeien uit eerdere uitspraken van de Hoge Raad, met name de HR-beslissing van 24 januari 2020, waarin werd vastgesteld dat een Spezial Sondervermögen met één deelnemer fiscaal transparant is en daarom zelf geen aanspraak kan maken op teruggaaf van dividendbelasting. De gemachtigde, mr. M. Sanders van Loyens & Loeff N.V., vertegenwoordigde meerdere belanghebbenden die verzochten om teruggaaf van dividendbelasting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeken om teruggaaf niet mede zijn gedaan door de deelnemer in de desbetreffende belanghebbende, wat betekent dat de verzoeken om teruggaaf moesten worden afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en heeft de beroepen ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.