Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juli 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres] te [plaatsnaam] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Geschil
Beoordeling
Conclusie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F.J.M. Raaijmakers, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam. Eiseres had bijzondere bijstand aangevraagd voor de uitvaartkosten van haar vader, die op 27 augustus 2019 was overleden. Het college had in een eerder besluit een bedrag van € 2.369,- toegewezen, maar later dit bedrag teruggevorderd en de aanvraag voor verdere bijstand ingetrokken, omdat de uitvaartkosten in het buitenland waren gemaakt, namelijk op Curaçao.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres geen recht heeft op bijzondere bijstand voor de uitvaartkosten, omdat deze kosten buiten Nederland zijn gemaakt. De rechtbank verwijst naar het territorialiteitsbeginsel, dat bepaalt dat er geen recht op bijstand bestaat voor kosten die buiten Nederland zijn gemaakt. Eiseres had niet aangetoond dat zij de uitvaartkosten daadwerkelijk had betaald, wat ook een reden was voor de afwijzing van haar aanvraag.
De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond verklaard en het beroep tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres feitelijk niets meer kon bereiken met haar beroep. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.