8.2Op grond van artikel 120 van de Waterschapswet dient het algemeen bestuur van het waterschap een kostentoedelingsverordening vast te stellen.
Op grond van artikel 121, eerste lid, van de Waterschapswet geldt als heffingsmaatstaf:
ter zake van ingezetenen als bedoeld in artikel 117, onderdeel a: de woonruimte, waarbij het tarief wordt gesteld op een gelijk bedrag per woonruimte;
ter zake van ongebouwde onroerende zaken als bedoeld in artikel 117, onderdeel b: de oppervlakte, waarbij het tarief wordt gesteld op een gelijk bedrag per hectare;
ter zake van ongebouwde onroerende zaken als bedoeld in artikel 117, onderdeel c: de oppervlakte, waarbij het tarief wordt gesteld op een gelijk bedrag per hectare;
ter zake van gebouwde onroerende zaken als bedoeld in artikel 117, onderdeel d: de waarde die voor de onroerende zaak wordt bepaald op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het kalenderjaar, waarbij het tarief wordt gesteld op een vast percentage van de waarde.
Op grond van artikel 122, eerste lid, van de Waterschapswet kan het algemeen bestuur in afwijking van artikel 121, eerste lid, onderdelen b, c, en d, in de in artikel 120, eerste lid, genoemde verordening de heffing maximaal 75% lager vaststellen voor buitendijks gelegen onroerende zaken en voor onroerende zaken die blijkens de legger, bedoeld in artikel 78, tweede lid, als waterberging worden gebruikt.
Op grond van artikel 122, tweede lid, van de Waterschapswet kan het algemeen bestuur in afwijking van artikel 121, eerste lid, onderdelen b, c, en d, in de in artikel 120, eerste lid, genoemde verordening de heffing maximaal 100% hoger vaststellen voor onroerende zaken gelegen in bemalen gebieden.
Op grond van artikel 122, derde lid, van de Waterschapswet kan het algemeen bestuur in afwijking van artikel 121, eerste lid, onderdelen b, c, en d, in de in artikel 120, eerste lid, genoemde verordening de heffing:
a. maximaal 100% hoger vaststellen voor onroerende zaken die in hoofdzaak bestaan uit glasopstanden als bedoeld in artikel 220d, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet;
b. maximaal 100% hoger vaststellen voor verharde openbare wegen, indien het algemeen bestuur voor 1 juli 2012 geen tariefdifferentiatie toepaste;
c. maximaal 400% hoger vaststellen voor verharde openbare wegen, indien het algemeen bestuur voor 1 juli 2012 tariefdifferentiatie toepaste.
Op grond van artikel 122, vierde lid, van de Waterschapswet kunnen de afwijkingen als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid naast elkaar worden toegepast.