Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ( [land] ),
de inspecteur van de Belastingdienst,
De bestreden beslissingen
Zitting
1. Beslissing
- verklaart het beroep gegrond voor zover het betrekking heeft op de verminderingsbeschikking;
- vermindert de verminderingsbeschikking tot een beschikking berekend naar een premie-inkomen van nihil;
- vermindert de verminderingsbeschikking tot een beschikking berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 129.551;
- vermindert de beschikking belastingrente dienovereenkomstig;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 48 aan hem vergoedt.
2. Gronden
‘Ik zal rekening houden met het bedrag ad € 7.831 dat volgens u aan mevr. [X] toekomt.’De rechtbank is van oordeel dat deze uitspraak op bezwaar bij belanghebbende de indruk heeft kunnen wekken dat sprake was van een bewuste standpuntbepaling. Dit brengt mee dat naar het oordeel van de rechtbank sprake is van in rechte te beschermen vertrouwen dat het bedrag van de pensioenuitkering dat toekomt aan de ex-partner van belanghebbende, in mindering gebracht kan worden op het inkomen uit werk en woning van belanghebbende. De inspecteur is aan deze standpuntbepaling gebonden, totdat deze wordt opgezegd.
Rechtsmiddel
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;