Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
- aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 52.832 en de gelijktijdig bij afzonderlijke beschikkingen vastgestelde vergrijpboete van € 8.395 en belastingrente van € 1.903 (aanslagnummer [aanslagnummer] .H.56.01);
- aanslag inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) berekend naar een bijdrage inkomen van € 49.276 en de gelijktijdig bij afzonderlijke beschikking vastgestelde belastingrente van € 247 (aanslagnummer [aanslagnummer] .W.56.01.4).
mr. drs. A.E.T.M. van de Camp, verbonden aan Camp Fiscaal Advocaat te Eindhoven, en namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .
1.Beslissing
- verklaart het beroep tegen de boetebeschikking gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar tegen de boetebeschikking;
- vermindert de vergrijpboete tot € 3.567;
- verklaart het beroep tegen de aanslagen IB/PVV en Zwv ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade van € 500;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 48 aan hem vergoedt.
2.Gronden
- Heeft belanghebbende de vereiste aangifte IB/PVV gedaan voor het jaar 2015?
- Heeft belanghebbende in 2015 inkomsten genoten die aangemerkt dienen te worden als ROW?
- Is de vergrijpboete terecht en tot het juiste bedrag opgelegd?
mr. A. Krishnapillai, griffier, op 3 juni 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;