Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 18 december 2020 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoekster 1] en
de burgemeester van de gemeente Tilburg, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
Bodemprocedure
Wettelijk kader
Beroepsgronden
- de burgemeester heeft altijd aangegeven dat hij niet actief naar de externe voorraden softdrugs van coffeeshops op zoek zal gaan. Met de controle van [adres 1] en [adres 2] heeft hij in strijd met deze toezegging gehandeld.
- er is geen sprake van een overtreding. De burgemeester heeft niets geregeld ten aanzien van de opslag en bevoorrading van coffeeshops, in de wetenschap dat de gedoogde 500 gram hennep in de coffeeshops volstrekt niet toereikend is. Een exploitant is daardoor gedwongen zijn voorraad buiten de coffeeshop te bewaren. In die zin is er sprake van een rechtvaardigingsgrond in de zin van artikel 5:5 van de Awb.
- de besluitvorming is onzorgvuldig. De burgemeester stelt dat 300 kilogram softdrugs zou zijn aangetroffen en baseert dat op een bruto weging van de aangetroffen hennep inclusief verpakkingsmateriaal, bestaande uit onder andere plastic bakjes (met daarin
- de burgemeester heeft ten onrechte geen onderscheid gemaakt tussen [adres 2] en [adres 1] . Er is geen enkele reden om [adres 1] te sluiten. Ter zitting heeft [naam 2] uitgelegd dat in [adres 1] de ICT-afdeling en de financiële en personeelsadministratie is gevestigd van [naam verzoekster 2] en de coffeeshops.
- de bedrijfsruimtes [adres 1] en [adres 2] zijn geen ‘lokaal’ in de zin van artikel 13b van de Opiumwet.
- er bestaat concreet zicht op legalisering, omdat de gemeente Tilburg en alle coffeeshops in Tilburg gaan deelnemen aan het landelijke wietexperiment.
- ten tijde van de vorige twee overtredingen van de Opiumwet in 2014 en 2015 gold een recidivetermijn van twee jaren. Die twee jaren waren al voorbij toen de burgemeester op 9 mei 2018 de langere recidivetermijn van 5 jaar invoerde. Dat is in strijd met de rechtszekerheid.
- het gaat hier niet om een ernstig feit, maar om de handelsvoorraad van twee weken voor gedoogde coffeeshops.
- er is geen sprake van verstoring van de openbare orde. [naam verzoekster 2] gebruikt dit pand al sinds 2008 voor het verwerken en opslaan van de handelsvoorraad en in al die tijd zijn er geen klachten of incidenten geweest.
- de sluiting is niet noodzakelijk. Er is ter plaatse geen sprake van overlast of feitelijke drugshandel. Het vervoer van de hennep van de leveranciers naar [adres 2] en van [adres 2] naar de coffeeshops wordt in eigen beheer gedaan met chauffeurs die in dienst zijn van [naam verzoekster 2] .
- de coffeeshops moeten en mogen bevoorraad worden, dus met sluiting van dit pand bereikt de burgemeester alleen maar dat [naam verzoekster 2] een andere locatie moet huren of kopen om daar de hennep in te pakken en op te slaan.
- de sluiting van twee jaar is niet afgestemd op de ernst van de overtreding, waardoor hier niet langer sprake is van een herstelsanctie maar van een punitieve sanctie. De sluiting is niet evenredig of effectief.
De zitting
Bevoegdheid burgemeester
Concreet zicht op legalisering
Gebruik maken van de bevoegdheid: het beleid
Gebruikmaken van de bevoegdheid: artikel 4:84 van de Awb
nieteen samenhangend geheel vormden met de bedrijfsruimtes [adres 1] en [adres 2] , maar dat het wel mogelijk was om via een binnendeur op de begane grond, die bedoeld was voor noodgevallen, de gemeenschappelijke bergruimte/fietsenstalling/containeropslag van de bedrijfsruimtes [adres 1] en [adres 2] te betreden. Toen in de bedrijfsruimtes [adres 3] niets werd aangetroffen, is - omdat uit eerdere controles bekend was dat in de kelder van [adres 2] een verborgen ruimte aanwezig is - besloten om ook de bedrijfsruimtes [adres 1] en [adres 2] te controleren.
- 36,71 kilo grondstof (hennep);
- 6803 kleine plastic bakjes, per stuk 9 gram met daarin 0,17 gram hennep;
- 3024 grotere plastic bakjes, per stuk 12 gram met daarin 2,30 gram hennep;
- 204.008 joints in verpakkingen, per stuk 4 gram met daarin 0,25 gram hennep;
- 1241 JackPods in verpakkingen, per stuk 6 gram met daarin 0,75 gram hennep;
- 4125 koekjes in verpakkingen, per stuk 24 gram met daarin 0,15 gram hennep.
.De burgemeester stelde toen, net als nu, dat het aannemelijk is dat het pand bekend staat als drugspand, gelet op het aantal jaren dat het pand deze rol al vervuld. Sluiting is noodzakelijk om herhaling van de overtreding te voorkomen en een einde te maken aan de negatieve invloed van het pand op de directe omgeving. Dat de coffeeshops hun bevoorrading op een andere wijze zullen gaan regelen, laat onverlet dat het gebruik van het pand als centrale opslag en inpakafdeling van de coffeeshops onacceptabel is, aldus de burgemeester.
- waarin inmiddels al weer een jaar geleden (november 2019) de externe handelsvoorraad van 4 gedoogde coffeeshops voor een periode van 7 weken is aangetroffen,
- waarin de burgemeester de bestendige gedragslijn heeft dat de externe handelsvoorraden van coffeeshops niet actief worden opgespoord en gecontroleerd, welke gedragslijn de burgemeester niet zou hebben als rondom de stashpanden van gedoogde coffeeshops regelmatig problemen van veiligheid, overlast en openbare orde zouden spelen,
Conclusie
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- draagt de burgemeester op het betaalde griffierecht van € 708,- (2 x € 354,-) aan verzoeksters te vergoeden;
- veroordeelt de burgemeester in de proceskosten van verzoeksters tot een bedrag van
Rechtsmiddel
Bijlage
Lijst II bij de Opiumwetstaat onder andere:
- hasjiesj: een gebruikelijk vast mengsel van de afgescheiden hars verkregen van planten van het geslacht Cannabis (hennep), met plantaardige elementen van deze planten;
- hennep: elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
softdrugs in lokalen en/of bij lokalen behorende erven
6 maanden.
12 maanden. Bij een 3de constatering van overtreding van de Opiumwet binnen vijf jaar na de tweede constatering, vindt er een sluiting van
24 maandenplaats. Bij een 4de constatering van overtreding van de Opiumwet binnen vijf jaar na de derde constatering, vindt er een sluiting voor
onbepaalde tijdplaats.