ECLI:NL:RBZWB:2020:2587
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Jansen
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met verstandelijke beperking en psychische stoornis
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juni 2020 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met een verstandelijke beperking en een psychische stoornis. Het verzoek tot machtiging is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft een periode van zes maanden, zoals bedoeld in de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft de zaak behandeld op 29 mei 2020, waarbij verschillende betrokkenen telefonisch zijn gehoord vanwege de coronamaatregelen. De cliënt, die tijdelijk bij zijn pleegvader verblijft, heeft aangegeven dat hij terug wil naar de zorginstelling Sovak, maar ook tevreden is bij zijn pleegvader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geneeskundige verklaring die is opgesteld door een AVG-arts niet voldeed, omdat deze niet de psychische stoornis van de cliënt in aanmerking nam. De rechtbank heeft besloten de zaak aan te houden in afwachting van een nieuwe geneeskundige verklaring. Uiteindelijk is de machtiging verleend, omdat de rechtbank oordeelde dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging is verleend tot 14 mei 2021.