Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
“ company limited by shares ”betreft. Met betrekking tot de beneficial owners staat onder meer het volgende beschreven:
3.Geschil
- De inspecteur heeft bij het opleggen van de (navorderings-)aanslagen de formeelrechtelijke bepalingen in acht genomen.
- De Trust is fiscaal transparant.
- De Limited heeft een in aandelen verdeeld kapitaal.
- De waarde van de beleggingen op naam van de Limited, de saldi van de bankrekeningen op naam van de Limited en de op basis daarvan door de inspecteur gemaakte cijferopstellingen.
4.Beoordeling van het geschil
- Belanghebbende heeft feitelijke invloed gehad op de beslissingen ter zake van de beleggingen en de aanwending van de beleggingen. Hij beschikte hiervoor over een volmacht.
- Uit de openingsformulieren van de beleggingsrekening blijkt dat ook de bank belanghebbende als gerechtigde tot de beleggingsrekening beschouwde en niet de Limited.
- Uit de oprichtingsakte van de Limited en de diverse formuleren van de [Bank A] blijkt dat de Limited enkel een kassiersfunctie had en dat de volledige beschikkingsmacht bij belanghebbende lag.
- Ook is er volgens belanghebbende sprake van een gebruikelijke structuur voor vermogensbescherming en bescherming van de identiteit van de gerechtigden tot het trustvermogen. Bij een dergelijke structuur blijft de natuurlijk persoon gerechtigd tot het vermogen en komt aan de Limited geen andere rol toe dan die van bewaarder van het vermogen.
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: