Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- in de jaren 2009 en 2011 tot en met 2013 bedragen aan Essent betaald (naast contante betalingen aan Essent en een betaling via het GWK) voor zowel de [adres 1] als de [adres 4] ;
- in de jaren 2009, 2012 en 2013 premies ziektekostenverzekering betaald aan VGZ (naast contante betalingen aan VGZ en betalingen via het GWK);
- in het jaar 2013 gemeentelijke heffingen betaald, voor het belastingjaar 2013, voor [adres 4] (voor de jaren 2009 tot en met 2012 zijn deze heffingen door belanghebbende contant betaald);
- in 2012 en 2013 bedragen aan Brabant Water betaald voor [adres 4] (voor de jaren 2009 tot en met 2011 zijn betalingen aan Brabant Water contant of via het GWK gedaan).
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
- hij heeft de Nederlandse nationaliteit;
- hij is eigenaar van het perceel [adres 4] , waarop zich een woonwagen bevindt die geschikt is voor duurzame bewoning;
- hij beschikte over een Nederlandse bankrekening waarop hij contante stortingen heeft gedaan en waarmee hij betalingen heeft verricht voor verbruik van energie en water in Nederland en voor Nederlandse gemeentelijke heffingen;
- hij heeft contante betalingen gedaan via het GWK;
- hij was verzekerd tegen ziektekosten bij een Nederlandse zorgverzekeraar en bezocht geregeld zorgverleners in Nederland. De verzekeringspolis gaf geen dekking in het buitenland en belanghebbende betaalde de verschuldigde premies;
- hij heeft in Nederland auto’s gehuurd en in Nederland verkeersboetes betaald;
- hij had bij in Nederland gevestigde verzekeraars een reis-, watersport-, aansprakelijkheids-, rechtsbijstand- en woonhuis/inboedelverzekering.
- de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 dient te worden verminderd tot een berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 29.646 en de navorderingsaanslag Zvw 2009 dient te worden verminderd tot een berekend naar een bijdrage-inkomen van € 29.646;
- de aanslag IB/PVV 2010 dient te worden verminderd tot een berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 51.047;
- de aanslag IB/PVV 2012 dient te worden verminderd tot een berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 59.115; en
- de aanslag IB/PVV 2013 dient te worden verminderd tot een berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 35.869.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de aanslag IB/PVV 2011, de navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw 2011 en de daarbij afgegeven rente- en boetebeschikkingen;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.646 en vermindert de aanlag Zvw 2009 tot een berekend naar een bijdrage-inkomen van € 29.646 en vermindert de daarbij afgegeven beschikkingen heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2010 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.047 en vermindert de daarbij afgegeven beschikking heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2012 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 59.115 en vermindert de daarbij afgegeven beschikking belastingrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2013 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.869 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 400 en vermindert de daarbij afgegeven beschikking belastingrente dienovereenkomstig;
- vermindert de naheffingsaanslag OB 2009 tot € 5.120, vermindert de naheffingsaanslag OB 2010/2011 tot € 9.545, vermindert de naheffingsaanslag OB 2012/2013 tot € 21.158 en vermindert de daarbij afgegeven rentebeschikkingen dienovereenkomstig;
- vermindert de boeten IB/PVV 2009 tot € € 4.438, IB/PVV 2010 tot € 5.457, IB/PVV 2012 tot € 7.202, IB/PVV 2013 tot € 2.096, de boete Zvw 2009 tot € 810 en de boeten OB 2009 tot € 2.917, OB 2010/2011 tot 5.440 en OB 2012/2013 tot € 12.058;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 1.500;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: