Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
de stukken uit het bezwaardossier’. Belanghebbende heeft hierop gereageerd bij brief van 27 juni 2017. Nadat partijen zijn uitgenodigd voor het onderzoek ter zitting, heeft de inspecteur een stuk met de titel ‘Verweerschrift’ ingediend. Belanghebbende heeft op 22 mei 2018 de nog ontbrekende bijlage 12 en 13 ingezonden.
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
, bestemd is voor sloop of wacht op keuring.’
dat door eerst het herstellen van de essentiële gebreken, de juist vergelijking kan worden gemaakt.” Na herstel kan de auto immers pas worden vergeleken met de beschikbare referentie-auto. Een en ander past ook bij de opzet van de Bpm, namelijk aansluiting bij de toelating tot het Nederlandse wegennet: zolang een auto een WOK-status heeft, mag de auto niet worden toegelaten tot het Nederlandse wegennet.
wanneerde in dat artikel bedoelde vermindering wordt vastgesteld (namelijk pas ‘nadat [de essentiële] gebreken zijn hersteld’) en dat het artikel niet ziet op
de omvangvan de vermindering. Deze uitleg lijkt echter niet voor de hand te liggen gelet op de in 4.7 vermelde passage en de achtergrond van deze bepaling (zie het Besluit van 10 april 2006, CPP2006/788M).
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar behoudens de beslissing over de kostenvergoeding;
- vernietigt de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente;
- verklaart zich onbevoegd te beslissen over het verzoek om teruggaaf van op aangifte voldane Bpm;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.649,74;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: