Aldus berekent [eiseres] haar vordering aldus:
2010: € 252,852 (randnummer 15 van de dagvaarding en productie 14),
[de kantonrechter berekent: 546,75 ORT-uren, dat is 40,42% van het aantal werkuren over dat jaar van 1352,75 (namelijk 1461,75 minus 109 uren verlof). Het aantal verlofuren over de periode juli t/m september van 109, maal het percentage van 40,42, maal het gemiddelde ORT-uurloon van € 6,20, maakt € 273,14]
2011: € 125.53 (randnummer 15 van de dagvaarding en productie 15),
[de kantonrechter berekent: 643 ORT-uren, dat is 45,37% van het aantal werkuren over dat jaar van 1417,25 (namelijk 1462,85 minus 45,6 uren verlof ). Het aantal verlofuren van 45,6 maal het percentage van 45,37, maal het gemiddelde ORT-uurloon van € 6,07, maakt € 125,58]
2012: € 807,57 (randnummer 15 van de dagvaarding en productie 16),
[de kantonrechter berekent: 568 ORT-uren, dat is 47,32% van het aantal werkuren over dat jaar van 1200,25 (namelijk 1477,85 minus 277,6 uren verlof). Het aantal verlofuren van 277,6, maal het percentage van 47,32, maal het gemiddelde ORT-uurloon van € 6,15, maakt € 807,93]
2013: € 770,71 (randnummer 15 van de dagvaarding en productie 17),
[de kantonrechter berekent: 608,5 ORT-uren, dat is 48,46% van het aantal werkuren over dat jaar van 1255,67 (namelijk 1511,52 minus 255,85 uren verlof). Het aantal verlofuren van 255,85, maal het percentage van 48,46, maal het gemiddelde ORT-uurloon van € 6,22, maakt € 771,19]
2014: € 813,02 (randnummer 15 van de dagvaarding en productie 18) en
[de kantonrechter berekent: 535,75 ORT-uren, dat is 45,50% van het aantal werkuren over dat jaar van 117,52 (namelijk 1453,45 minus 275,93 uren verlof). Het aantal verlofuren van 275,93, maal het percentage van 45,50, maal het gemiddelde ORT-uurloon van € 6,48, maakt € 813,52],
2015: € 57,81 (randnummer 15 van de dagvaarding en productie 19).
[de kantonrechter berekent: 321,5 ORT-uren, dat is 40,12% van het aantal werkuren over dat jaar tot 1 juli van 801,34 (namelijk 825,34 minus 24 uren verlof). Het aantal verlofuren van 24, maal het percentage van 40,12, maal het gemiddelde ORT-uurloon van € 6,00, maakt € 57,77]
In totaliteit berekent [eiseres] haar vordering in hoofdsom op € 2.827,45. De kantonrechter komt bij het hanteren van de berekeningssystematiek van [eiseres] op een bedrag in hoofdsom van € 2.849,13.