ECLI:NL:HR:2002:AE1529
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Hermann
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over rechtsverwerking en salarisverhogingen bij Kimberly-Clark
In deze zaak heeft eiser, werkzaam bij Kimberly-Clark, een vordering ingesteld voor nabetaling van salarisverhogingen die volgens hem rechtmatig waren op basis van zijn arbeidsovereenkomst. Eiser heeft Kimberly-Clark gedagvaard voor de Kantonrechter te Venlo, waarbij hij vorderingen heeft ingesteld voor salarisverhogingen vanaf 1 januari 1995 tot het einde van zijn dienstverband op 1 december 1997. De Kantonrechter heeft in eerste instantie een deel van de vorderingen toegewezen, maar Kimberly-Clark heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Roermond, die uiteindelijk de vorderingen van eiser afwees. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen dit vonnis, waarbij ook Kimberly-Clark incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank onterecht heeft geoordeeld over het beroep van Kimberly-Clark op rechtsverwerking. De Rechtbank had vastgesteld dat er een gerechtvaardigd vertrouwen was ontstaan bij Kimberly-Clark dat eiser zijn aanspraak op loonsverhoging niet meer zou geldend maken, maar de Hoge Raad oordeelt dat dit oordeel niet voldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van de Rechtbank en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten tussen partijen vastgesteld, waarbij Kimberly-Clark is veroordeeld in de kosten van het principale beroep in cassatie en eiser in de kosten van het incidentele beroep in cassatie. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 21 juni 2002.