Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Zitting en verdere verloop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is de vraag aan de orde of de door de inspecteur van de Belastingdienst toegekende kostenvergoedingen voor de bezwaarfase te laag zijn. De rechtbank heeft op 15 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil dat voortkwam uit een aantal bezwaarschriften van belanghebbenden tegen de verschuldigdheid van btw ter zake van privégebruik van een auto. De inspecteur had per belanghebbende een forfaitaire kostenvergoeding van € 243 toegekend, maar de gemachtigde van de belanghebbenden betoogde dat er per bezwaar een kostenvergoeding had moeten worden toegekend, primair op basis van de werkelijke kosten.
De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatigheid aan de zijde van de inspecteur. De ingediende bezwaren hadden geleid tot een gunstiger uitkomst, maar dit was niet te wijten aan een ontoelaatbare toepassing van de wetgeving. De rechtbank erkende echter dat de inspecteur gebonden was aan zijn uitlatingen in de beslissingen op de verzoeken om kostenvergoeding, waarin werd gesteld dat recht bestond op een kostenvergoeding. De rechtbank concludeerde dat de door de inspecteur toegekende kostenvergoeding voldoende recht deed aan de doelstellingen van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De rechtbank verklaarde de beroepen van de belanghebbenden ongegrond, waarbij werd opgemerkt dat de kostenvergoeding in de bezwaarfase niet op een te laag bedrag was vastgesteld. De rechtbank hield rekening met de oude en nieuwe samenhangregels bij de beoordeling van de kostenvergoeding, en concludeerde dat de inspecteur in zijn beslissingen niet onterecht had gehandeld. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie van de inspecteur over kostenvergoedingen en de toepassing van samenhangregels in belastingzaken.