ECLI:NL:HR:2010:BN8055
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbeperking omzetbelasting en privégebruik auto’s door personeel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X Holding B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting, waarbij de aftrek van omzetbelasting ter zake van 30 door belanghebbende aangekochte auto's was uitgesloten. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak de rol van de vertegenwoordiger van belanghebbende ter zitting beoordeeld. Het Hof had de verklaring van de vertegenwoordiger, die enkel de pleitnota had voorgelezen, onterecht als verklaring van belanghebbende beschouwd. Dit leidde tot de conclusie dat de Hoge Raad het beroep in cassatie gegrond verklaarde en de uitspraak van het Hof vernietigde. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft ook de Minister van Financiën veroordeeld in de proceskosten en het griffierecht aan belanghebbende toegewezen. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de uitleg van de Zesde richtlijn en de nationale wetgeving inzake omzetbelasting, met name in relatie tot de aftrekbaarheid van belasting bij privégebruik van voertuigen door personeel. De Hoge Raad heeft bevestigd dat de aftrekbeperkingen zoals vastgelegd in de nationale wetgeving niet in strijd zijn met de Europese richtlijnen, mits deze correct worden toegepast.
De uitspraak is relevant voor belastingplichtigen en hun vertegenwoordigers, omdat het duidelijk maakt dat de rol van de vertegenwoordiger tijdens zittingen cruciaal is voor de geldigheid van verklaringen die namens de belastingplichtige worden afgelegd. De Hoge Raad benadrukt het belang van een juiste vertegenwoordiging en de noodzaak om de bevoegdheden van vertegenwoordigers goed te begrijpen.