ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ5648
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de voortzetting van de maatregel van bewaring van een Guinese vreemdeling
Op 20 mei 2011 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van de maatregel van bewaring van een Guinese vreemdeling. Eiser, die stelt Guinese nationaliteit te bezitten, had eerder beroep ingesteld tegen de oplegging van de maatregel van bewaring. De rechtbank had in eerdere uitspraken, op 1 december 2010 en 18 maart 2011, het beroep tegen de maatregel ongegrond verklaard. Eiser heeft op 19 april 2011 opnieuw beroep ingesteld, waarbij ook schadevergoeding werd verzocht. Tijdens de openbare behandeling op 11 mei 2011 is eiser vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, terwijl verweerder zich ook door een gemachtigde liet vertegenwoordigen.
De rechtbank heeft op basis van een faxbericht van verweerder van 18 mei 2011 vastgesteld dat er in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 mei 2011 ongeveer 275 laissez-passeraanvragen zijn ingediend bij de Guinese autoriteiten, waarvan slechts vijftien waren onderbouwd met documenten. De rechtbank concludeert dat het onwaarschijnlijk is dat binnen een redelijke termijn een laissez passer voor eiser zal worden afgegeven, zelfs als eiser zijn identiteit en nationaliteit met documenten zou onderbouwen. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, heft de maatregel van bewaring op met ingang van 20 mei 2011, wijst het verzoek om schadevergoeding af en veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1092,50. Deze kosten dienen te worden betaald aan de griffier van de rechtbank, aangezien eiser een toevoeging heeft ontvangen op basis van de Wet op de rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 mei 2011, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.