ECLI:NL:RBROT:2025:643
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beroep tegen contactbeperkingen en verstrekking van BRP-gegevens
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 17 januari 2025 uitspraak gedaan in vier beroepen van eiser, die zich richtten tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht. Eiser had contactbeperkingen opgelegd gekregen vanwege ernstig overlastgevend gedrag, wat inhield dat hij aanvragen enkel via een specifiek e-mailadres mocht indienen. Eiser heeft echter zijn aanvragen naar een ander e-mailadres gestuurd, wat door het college als niet-ingediend werd beschouwd. De rechtbank oordeelde dat eiser geen recht had op beroep wegens niet-tijdig beslissen, omdat het college niet in gebreke was. Daarnaast verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om kennis te nemen van beroep 4, omdat er geen schadeveroorzakend besluit was. De beroepen 2 en 3 werden niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht, aangezien eiser herhaaldelijk kansloze pogingen deed om zijn adresgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) te wijzigen. De rechtbank benadrukte dat het grievende taalgebruik van eiser ook een reden was om hem kwade trouw tegen te werpen. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Dingemanse, in aanwezigheid van griffier mr. R. Stijnen.