Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 juli 2024, met bijlagen;
- het antwoord in conventie met tegeneis, met bijlagen;
- de brief van [eiser] van 21 februari 2025, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [eiser] .
- [eiser] met zijn gemachtigde;
- namens Hef Wonen, [naam] met de gemachtigde van Hef Wonen.
2.De beoordeling
- indien [eiser] niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn hoofdverblijf in de woning heeft en daar met zijn moeder een duurzame gemeenschappelijke huishouding heeft gehad;
- indien [eiser] onvoldoende financiële waarborg biedt voor de betaling van de huur;
- indien het om een woning gaat waar een huisvestingsvergunning voor is vereist.
€ 204,-). In reconventie worden de kosten aan de kant van Hef Wonen begroot op € 204,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 204,-). Voor kosten die Hef Wonen na deze uitspraak maakt moet [eiser] een bedrag betalen van € 102,-. In totaal moet [eiser] dus aan Hef Wonen een bedrag van € 714,- aan proceskosten betalen. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.