Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 19 april 2016 in het incident
Woningstichting Haagwonen,
Het geding
Beoordeling van de vordering in het incident
hoofdzaakziet het hof aanleiding een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het inwinnen van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling. De comparitie kan ook worden benut om de mogelijkheden van mediaton te bezien. Indien geen regeling tot stand komt en de zaak niet naar mediation wordt verwezen, zal de zaak in beginsel naar de rol worden verwezen. De comparitie zal dan verder worden benut om procedureafspraken te maken, zoals afspraken over termijnen en eventuele bewijslevering.
Beslissing
- schorst de tenuitvoerlegging van het vonnis van 10 december 2015 totdat in hoger beroep op de op artikel 7:268 lid 2 BW gebaseerde vordering van [X c.s.] is beslist;
- houdt de beslissing over de kosten aan tot het eindarrest.
- beveelt partijen in persoon, als het om een rechtspersoon gaat, deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om een schikking aan te gaan, vergezeld van hun raadslieden, voor het verstrekken van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling te verschijnen voor de hierbij benoemde raadsheer-commissaris mr. J.J. van der Helm in één der zalen van het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60 te ’s-Gravenhage op woensdag
- bepaalt dat, indien één der partijen
- verstaat dat het hof reeds beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat overlegging daarvan voor de comparitie niet nodig is;
- bepaalt dat partijen de bescheiden waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, zullen overleggen door deze