ECLI:NL:RBROT:2025:12503
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een naheffingsaanslag parkeerbelasting en de hoorplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 15 oktober 2025, wordt het beroep van eiser tegen de naheffingsaanslag in de parkeerbelasting beoordeeld. De heffingsambtenaar had aan eiser een naheffingsaanslag opgelegd omdat zijn auto zonder betaling was geparkeerd. Eiser had bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank behandelt het beroep en constateert dat de uitnodiging voor de zitting op regelmatige wijze aan eiser is aangeboden, ondanks zijn afwezigheid. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de naheffingsaanslag terecht heeft opgelegd, omdat de verplichting om te controleren of er parkeerbelasting verschuldigd is, op de parkeerder rust. Eiser betoogt dat de hoorplicht is geschonden omdat hij de stukken te laat ontving, maar de rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende gelegenheid heeft gegeven om de stukken te bestuderen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag blijft staan en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.