Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van21 januari 2025 in de zaak tussen
de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De zoon en zijn echtgenote hebben de woning in eigendom en kunnen zodoende een bijdrage in de woonkosten leveren. De schulden waarop eisers in bezwaar hebben gewezen, zijn, voor zover al relevant, ontstaan voorafgaand aan de verlening van de aio-uitkering door verweerder (en houden dus geen verband met de hoogte van die uitkering). Schulden zijn verder in de wetssystematiek geen reden voor afstemming. [3] Als dat wel zou worden gedaan, zou dat immers betekenen dat de uitkering wordt verstrekt voor het aflossen op schulden. In artikel 13, eerste lid, aanhef en onder g, van de Pw staat dat dat niet mag.