Uitspraak
Datum uitspraak: 8 juli 2020
BESTUURSRECHTSPRAAK
voorzitter griffier
Raad van State
In deze zaak heeft de vreemdeling beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken, met een dwangsom van € 100,00 per dag bij overschrijding van deze termijn, tot een maximum van € 15.000,00. De staatssecretaris heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij klaagt over de lengte van de termijn en de hoogte van de dwangsom. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat de rechtbank niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat een termijn van acht weken voldoende was. De Afdeling heeft het 8+8-wekenmodel als passend beoordeeld, waarbij de staatssecretaris acht weken krijgt voor het afnemen van het eerste gehoor en acht weken daarna voor het bekendmaken van het besluit. De Afdeling heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover deze de termijn betreft, maar bevestigd voor het overige. De staatssecretaris is verplicht om een dwangsom van € 100,00 per dag te betalen voor elke dag dat hij de nieuwe termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,00.