Voetnoten
1.artikel 8:29, eerste en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb.
3.ECLI:EU:C:2020:1040
4.bestuursrechtelijke handhaving en boeteoplegging voor vermeende inbreuk door [eiseres] op de Unierechtelijke regels inzake oneerlijke handelspraktijken zoals geïmplementeerd in Italië.
5.Zaak C-27/22
6.ECLI:EU:C:2023:663
7.[eiseres] bij brief van 8 december 2023, de ACM bij brief van 7 december 2023 en de CB bij e-mail van 18 januari 2024 toegelicht bij brief van 23 januari 2023
8.De typegoedkeuring van auto’s is in de Europese Unie geharmoniseerd op grond van Richtlijn 2007/46/EG tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn). In Nederland is de Kaderrichtlijn geïmplementeerd door de Regeling Voertuigen.
9.artikel 3.1 Regeling Voertuigen.
10.artikel 3, vijfde lid, Kaderrichtlijn.
11.artikel 7, eerste lid, van de Kaderrichtlijn.
12.artikel 5, eerste lid, van de Kaderrichtlijn.
13.artikel 3, drieëndertigste lid, van de Kaderrichtlijn.
14.artikel 3, zesendertigste lid, en artikel 18 van de Kaderrichtlijn.
15.artikel 26 van de Kaderrichtlijn.
16.Verordening EG nr. 715/2007 van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie.
17.Op grond van artikel 5, derde lid, sub a, van de Emissieverordening
18.Verordening (EG) nr. 692/2008 van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB 2007, L 171, blz. 1).
19.artikel 3, eerste lid, van de Emissie Implementatie Verordening.
20.Op grond van artikel 2.5 van Bijlage III van de Emissie Implementatieverordening
21.Reglement nr. 83 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) inzake uniforme voorschriften voor de goedkeuring van voertuigen met betrekking tot de emissie van verontreinigende stoffen overeenkomstig de aan de motorbrandstof gestelde.
22.artikel 5.3.1.3 in samenhang met Bijlage 4a van het VN/ECE-Reglement nr. 83.
23.ECLI:EU:C:2020:1040.
24.In dit artikel is de definitie van manipulatie-instrument opgenomen.
25.Punten 32 en 33 van het arrest
26.Punt 98 van het arrest.
27.de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende en op 26 maart 1995 in werking getreden Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB 2000, L 239, blz. 19).
28.ECLI:EU:C:2023:663.
29.81. In de eerste plaats volgt uit de rechtspraak dat artikel 54 SUO tot doel heeft te waarborgen dat een persoon die is veroordeeld en zijn straf heeft ondergaan of in voorkomend geval onherroepelijk is vrijgesproken in een lidstaat, zich binnen de Schengenruimte kan verplaatsen zonder te hoeven vrezen dat hij wegens dezelfde feiten wordt vervolgd in een andere lidstaat [zie in die zin arresten van 29 juni 2016, Kossowski, C‑486/14, EU:C:2016:483, punt 45, en 28 oktober 2022, Generalstaatsanwaltschaft München (Uitlevering en ne bis in idem), C‑435/22 PPU, EU:C:2022:852, punt 78). 82. Nu deze mogelijkheid om zich vrij te verplaatsen niet aan de orde is in het hoofdgeding aangezien dit betrekking heeft op twee ondernemingen die respectievelijk gevestigd zijn in Duitsland en in Italië, is een uitlegging van artikel 54 SUO niet noodzakelijk voor de beslechting van het hoofdgeding.
30.Arrest van 22 maart 2022, bpost, C‑117/20, ECLI:EU:C:2022:202, punt 33 en aldaar aangehaalde rechtspraak
31.Idem, punt 34 en aldaar aangehaalde rechtspraak
32.Zie ook punten 68 tot en met 70 van het arrest van 14 september 2023.
33.Punten 72 tot en met 75.
34.Punt 72 van het arrest.
35.Zie punt 73 van het arrest van 14 september 2023 en het daarin genoemde arrest van 22 maart 2022, Nordzucker e.a., C‑151/20, ECLI:EU:C:2022:203, punt 44.
36.Artikel 5:43 van de Awb: Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op indien aan de overtreder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een bestuurlijke boete is opgelegd, dan wel een kennisgeving als bedoeld in artikel 5:50, tweede lid, aanhef en onderdeel a, is bekendgemaakt.
37.Artikel 13, tweede lid, Emissieverordening bepaalt uitdrukkelijk dat tot de soorten inbreuken waarop een sanctie staat, behoren: “[...] (b) het vervalsen van testresultaten voor typegoedkeuring of conformiteit onder bedrijfsomstandigheden, [...] (d) het gebruiken van manipulatie-instrumenten [...]“.
39.Idem, punt 8.10.
40.Beleidsregel van de Minister van Economisch Zaken van 28 juni 2016, nr. WJZ/16056097, houdende wijziging van de Boetebeleidsregel ACM 2014, Stcrt. 2016, 34630.
41.ingewikkeldheid van de zaak, de wijze waarop de zaak door het bestuursorgaan en de rechter is behandeld, het processuele gedrag van betrokkene gedurende de gehele rechtsgang en de aard van de maatregel en het daardoor getroffen belang van betrokkene een langere duur dan twee jaar in bezwaar-en beroepsfase rechtvaardigt (vergelijk onder meer de uitspraak ECLI:NL:CBB:2014:291)