Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM)
[naam 1] ( [naam 1] ) te [plaats]
(gemachtigde: mr. L.E.J. Korsten)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Imtech (…..) maakt bekend dat het recent een contract heeft getekend met LasPalms, vertegenwoordigd door [ [naam 2] ] (CEO van Adventure World Warsaw) en (…) voor de verdere realisatie van het avonturenpark Adventure World Warsaw in Polen. Het gaat om het complete projectmanagement, alle technische oplossingen en civiele constructie, inclusief het management van betrokken onderaannemers. Dit contract vertegenwoordigt een waarde van 620 miljoen euro. Imtech was in een eerste fase van het park al betrokken bij de aanleg van de technische infrastructuur en bij diverse duurzaamheidsprojecten met een opdrachtsom van 60 miljoen euro. De totale order komt daarmee uit op 680 miljoen euro, de grootste Imtech opdracht ooit.
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
- de ondertekening van het contract met AWW op 28 maart 2012, de hoofdlijnen van de inhoud ervan en de daaruit voor AWW voortvloeiende vooruitbetalingsverplichting;
- het vervroegen van de termijn voor die betaling op (uiterlijk) 9 mei 2012 van 28 naar
- het uitblijven van betaling op 21 juni 2012;
- de totstandkoming van de promissory note op 29 juni 2012 met een uiterste betaaldatum van 19 juli 2012 en een verwachte eerdere betaling;
- de negatieve ontwikkelingen rond de financiering van AWW;
- de op 18 juli 2012 gemaakte nieuwe afspraken omtrent betaling in drie tranches per
- het uitblijven van betaling tegen de uiterste datum van de promissory note op
5.5 Het College oordeelt als volgt.
We are all working to bringing heaven and earth together to release the 147.600 Mil euro on time as agreed (…)”, en waarin hij vervolgens uitlegt dat zijn (Saoedische) financiers pas betaling beschikbaar willen stellen als, kort gezegd, de grondaankopen volledig rond zijn. Op 17 juli 2012 liet AWW opnieuw weten dat er (nog steeds) een financieringsprobleem was. Op die datum dreigde Imtech richting AWW de promissory note in te roepen voor het volle bedrag als niet op 19 juli 2012 werd betaald. Toen ook op 19 juli 2012 betaling was uitgebleven deelde AWW vervolgens mee dat de verwerving van de laatste gronden rond was en dat daarmee de financieringsproblemen zouden zijn opgelost. In zoverre is AFM dus niet, anders dan [naam 1] uitvoerig heeft betoogd, van een feitelijk onjuiste voorstelling van zaken uitgegaan. Uit een en ander blijkt tevens dat AWW wel degelijk een betalingsprobleem had. Of daarbij in strikte zin sprake was van wanprestatie is niet van doorslaggevend belang, evenmin als de vraag of AWW verhaal zou hebben geboden als Imtech betaling zou hebben opgeëist. Relevant was dat AWW betalingsafspraken niet uitvoerde, daarvoor aan Imtech als reden financieringsproblemen opgaf en daardoor onzekerheid schiep over het definitief doorgaan van het contract.
6.2 AFM staat op het standpunt dat [naam 1] op de hoogte was van de stand van zaken betreffende het Construction Works Contract, inclusief de door AFM als “negatieve feiten” aangeduide omstandigheden. Hij was de CEO ten tijde van het uitbrengen van het persbericht van 20 juli 2012, was nauw betrokken bij het opstellen ervan en heeft tot publicatie ervan besloten. Hij heeft de overtredingen dus niet voorkomen, hoewel hij daartoe bevoegd en in staat was.
8. AFM heeft de bevoegdheid tot oplegging van boetes in dit geval mogen uitoefenen.
Bij de bepaling van de hoogte van de aan [naam 1] opgelegde boete is AFM ervan uitgegaan dat [naam 1] feitelijke leiding heeft gegeven aan twee overtredingen. Op grond van artikel 1:81, eerste en tweede lid, Wft en artikel 10 Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, zoals die luidden ten tijde van de overtredingen, geldt voor beide overtredingen een basisbedrag van € 2.000.000,--. AFM heeft bij de bepaling van de hoogte van de boetes zijn boetetoemetingsbeleid zoals dat luidt sinds 2009, laatstelijk aangepast in maart 2015, gehanteerd.
9. De beroepen van [naam 1] tegen de hem opgelegde en bij de bestreden besluiten gehandhaafde boetes zijn ongegrond.