Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 januari 2024in de zaken tussen
tezamen genoemd eisers,
(gemachtigde: mr. J. Baar),
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Totstandkoming van de besluiten
Beoordeling door de rechtbank
Over de onderhavige overtredingen stelt verweerder terecht dat het ernstige overtredingen zijn. Er zijn ten minste dertien kadavers van schapen aangetroffen, deels in vergaande staat van ontbinding. Het onttrekken van de kadavers aan afvoer en verwerking levert een groot risico voor de diergezondheid, volksgezondheid en het milieu op; onder meer vanwege de mogelijke verspreiding van besmettelijke dierziektes.
Verder heeft verweerder de aan eiser en eiseres opgelegde boetes al met 50 % gematigd vanwege de financiële omstandigheden van eiser en eiseres. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in de door eisers aangevoerde persoonlijke omstandigheden geen reden hoeven zien om de boetes nog verder te matigen. Daarbij heeft verweerder ook bij zijn beoordeling kunnen betrekken dat eisers, gelet op het aantal schapen dat ieder van hen in bezit had (eiser 728 en eiseres 640 schapen) professionele partijen zijn waarvan een professionele bedrijfsvoering mag worden verwacht, en waarvoor een boete voldoende moet afschrikken ter voorkoming van herhaling in de toekomst. Gelet op het voorgaande vindt de rechtbank de aan eiser en eiseres opgelegde boete van elk € 1.250,- evenredig.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de besluiten van 23 december 2021, voor zover die zien op de hoogte van de boetes;
- herroept de primaire besluiten, voor zover die zien op de hoogte van de boetes;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde delen van de besluiten;
- stelt de boetes vast op elk € 1.187,50;
- bepaalt dat de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) het griffierecht van € 184,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) tot betaling van € 437,50 aan proceskosten van eisers.