5.4.Op grond van artikel 8:42, eerste lid, van de Awb, zendt het bestuursorgaan de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de bestuursrechter. De heffingsambtenaar moet tegemoetkomen aan een verzoek van de belanghebbende tot overlegging van een bepaald stuk als deze voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat het stuk van enig belang kan zijn (geweest) voor de besluitvorming in de zaak.In dit geval heeft eiser onvoldoende gemotiveerd gesteld dat de bouwtekeningen of de iWOZ-kaarten van enig belang kunnen zijn geweest voor de besluitvorming in deze zaak.
Heeft de heffingsambtenaar aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld?
6. Eiser betoogt dat de waarde van de woning ten hoogste € 315.000,- bedraagt. De indexering is niet inzichtelijk. De inhoud van de vergelijkingsobjecten is onjuist. De VLOK-factoren en de objectkenmerken van de vergelijkingsobjecten zijn niet onderbouwd. [adres 2] en [adres 3] hebben een betere ligging en zijn bovengemiddeld voor wat betreft onderhoud en kwaliteit. Ook het onderhoud en de kwaliteit van [adres 4] zijn bovengemiddeld. De heffingsambtenaar heeft geen rekening gehouden met [adres 5] .
7. Op grond van artikel 17, tweede lid, van de Wet WOZ wordt de waarde van de woning bepaald op de waarde die aan de woning dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. Deze waarde is naar de bedoeling van de wetgever ‘de prijs welke door de meestbiedende koper besteed zou worden bij aanbieding ten verkoop op de voor de zaak meest geschikte wijze na de beste voorbereiding’.De heffingsambtenaar moet aannemelijk maken dat hij de waarde van de woning niet te hoog heeft vastgesteld.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk gemaakt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. Uit het taxatierapport blijkt dat de waarde van de woning is bepaald door middel van een methode van systematische vergelijking met woningen waarvan marktgegevens beschikbaar zijn, waarbij de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten voldoende zijn toegelicht. De vergelijkingsobjecten zijn bruikbaar bij de waardering, omdat deze op de belangrijkste waardebepalende kenmerken, zoals ligging, type, bouwjaar en gebruiksoppervlakte voldoende vergelijkbaar zijn met de woning. Op de zitting heeft de rechtbank vastgesteld dat de heffingsambtenaar de m²-prijzen van de vergelijkingsobjecten per abuis niet heeft gecorrigeerd naar de VLOK-factoren van de woning. De heffingsambtenaar heeft vervolgens een nieuwe berekening gemaakt op basis van de gegevens uit de matrix. Daarmee is hij tot de volgende gecorrigeerde m²-prijzen van de vergelijkingsobjecten gekomen: € 4.001,- voor [adres 6] , € 3.419,- voor [adres 7] en € 3.661,- voor [adres 5] . Dit leidt tot een gemiddelde m²-prijs van € 3.695,-. Het gemiddelde ligt boven de m²-prijs van de woning (€ 3.361,-). Ook wanneer rekening wordt gehouden met de VLOK-factoren van de woning en de vergelijkingsobjecten, is dus aannemelijk dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld.
9. Wat eiser heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. De heffingsambtenaar heeft [adres 2] en [adres 3] en [adres 4] niet gebruikt in bezwaar en beroep. [adres 5] heeft de heffingsambtenaar wel betrokken bij de waardebepaling. Uit het dossier volgt dat de heffingsambtenaar het indexeringspercentage met een korte toelichting aan eiser heeft verzonden. Dat de heffingsambtenaar dat percentage niet nader heeft onderbouwd, doet geen afbreuk aan de conclusie dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld, nu eiser het toegepaste indexeringspercentage niet gemotiveerd heeft betwist. De heffingsambtenaar maakt geen gebruik van de inhoud van de vergelijkingsobjecten, zodat een eventuele onjuistheid daarvan niet relevant is. De heffingsambtenaar was niet gehouden tot een onderbouwing van de VLOK-factoren en objectkenmerken, omdat eiser de juistheid daarvan niet (gemotiveerd) heeft betwist. De beroepsgrond slaagt niet.