In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 23 februari 2024, met zaaknummers ROT 22/5785, 22/5786, 23/434 en 23/2297, worden de beroepen van eiseres tegen zes boetes voor overtredingen van de Wet dieren beoordeeld. De boetes zijn opgelegd door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vanwege verontreiniging van voor humane consumptie bestemde borstkappen met inhoud van het maagdarmkanaal. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een gering risico voor de volksgezondheid en dat de verhoogde boetes, die zijn opgelegd wegens recidive, terecht zijn opgelegd. Echter, één boete wordt gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank concludeert dat de boetes in overeenstemming zijn met de wetgeving en de ernst van de overtredingen, en dat de minister van Justitie en Veiligheid de kosten van het griffierecht en proceskosten aan eiseres moet vergoeden.