In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 26 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen de sluiting van zijn horecagelegenheid, [naam café], voor drie maanden behandeld. De sluiting volgde op een schietincident op 25 februari 2023, waarbij twee bezoekers ernstig gewond raakten. De burgemeester van Rotterdam had de horecagelegenheid aanvankelijk voor twee weken gesloten, maar besloot na een bestuurlijke rapportage en een zienswijze van eiser om de sluiting te verlengen tot drie maanden. Eiser betwistte de sluiting en stelde dat de burgemeester niet bevoegd was om deze maatregel te nemen, en dat de sluiting niet evenredig was gezien de omstandigheden.
De rechtbank oordeelt dat de burgemeester bevoegd was om de horecagelegenheid te sluiten, maar dat de duur van de sluiting van drie maanden niet evenwichtig was. De rechtbank concludeert dat er geen gevaar voor herhaling bestond, aangezien de dader was opgepakt en eiser geen verwijt kon worden gemaakt. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het sluitingsbesluit, waarbij wordt bepaald dat de horecagelegenheid slechts voor de periode van 26 februari 2023 tot 31 maart 2023 gesloten mocht zijn. Eiser krijgt zijn griffierecht terug en een vergoeding voor proceskosten in bezwaar en beroep.