ECLI:NL:RBROT:2023:7736
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens te late bekendmaking kosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I.N.D.J. Rissema, en de heffingsambtenaar van de gemeente Dordrecht. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen, opgelegd op 9 november 2021, ter hoogte van € 66,80, bestaande uit € 1,50 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 65,30 aan kosten van naheffing. Eiseres betoogde dat de naheffingsaanslag vernietigd moest worden omdat de kosten van de naheffing te laat bekend waren gemaakt, in strijd met artikel 3 van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen. De rechtbank oordeelde dat de bekendmakingsdatum niet als een fatale termijn moet worden gezien, maar als een regelende termijn. De rechtbank volgde de stelling van eiseres niet en verwees naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken die een vergelijkbare lijn volgden. Eiseres voerde verder aan dat het nageheven bedrag onjuist was, omdat zij slechts voor veertig minuten had geparkeerd, maar de rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag op basis van een parkeerduur van een uur moest worden berekend, conform artikel 234 van de Gemeentewet. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskostenveroordeling af. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.