In deze zaak, uitgesproken op 7 juli 2023 door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, staat de vraag centraal of [persoon A] aansprakelijk is voor onverschuldigd betaalde schadevergoedingen door Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (NN) in verband met valse schadeclaims. NN heeft [persoon A] aangeklaagd voor een bedrag van € 7.197,22, dat onterecht is uitgekeerd op basis van frauduleuze claims. [persoon A] betwist de claims en stelt dat hij slachtoffer is van identiteitsfraude door [persoon B], een voormalig werknemer van NN. De rechtbank oordeelt dat NN voldoende bewijs heeft geleverd dat de schadeclaims vals zijn en dat [persoon A] medewerking heeft verleend aan de fraude. De vordering van NN wordt toegewezen, en [persoon A] wordt veroordeeld tot terugbetaling van het onterecht ontvangen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. In reconventie vordert [persoon A] verwijdering uit diverse registers, maar deze vordering wordt afgewezen omdat de rechtbank oordeelt dat [persoon A] betrokkenheid bij de fraude niet kan worden uitgesloten. De rechtbank wijst ook de vordering in de vrijwaringszaak af, omdat onvoldoende bewijs is geleverd dat [persoon B] aansprakelijk is voor de schade. De proceskosten worden toegewezen aan NN, en het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.