4.3Beoordeling
In deze zaak verschillen de officieren van justitie en de verdediging van mening over de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel en dat spitst zich toe op de verdeling van dat voordeel over [veroordeelde01] en de medeveroordeelde [veroordeelde02] .
Gelet op het reparatoire karakter van de ontnemingsmaatregel dient altijd zoveel mogelijk aansluiting te worden gezocht bij de daadwerkelijke situatie en wordt pas uitgeweken naar een pondspondsgewijze verdeling indien onvoldoende aanknopingspunten bestaan over de vraag hoe de veroordeelden het voordeel daadwerkelijk hebben verdeeld.
Cryptocurrency kaarten
Uit het opsporingsonderzoek is gebleken dat de veroordeelden [veroordeelde01] en [veroordeelde02] zich bezig hebben gehouden met de handel in verdovende middelen op het darkweb en zich lieten betalen met cryptocurrencies. Vervolgens werden deze opbrengsten via prepaid cryptocurrency kaarten omgezet naar euro’s en contant opgenomen bij verschillende geldautomaten. Hiermee werden aanzienlijke bedragen opgenomen.
Op basis van het opsporingsonderzoek staat voldoende vast dat [veroordeelde01] en [veroordeelde02] gezamenlijk de feitelijke beschikkingsmacht over onderstaande cryptocurrency kaarten hebben gehad en deze ook hebben gebruikt.
Kaartnummer [nummer02]
Uit onderzoek naar de transactiegegevens is gebleken dat met deze kaart in de periode van 12 november 2016 tot en met 17 juni 2017 in totaal 238 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
€ 211.030.
Kaartnummer [nummer03]
Uit onderzoek naar de transactiegegevens is gebleken dat met deze kaart in de periode van 19 juni 2017 tot en met 18 januari 2018 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
€ 137.580.
Kaartnummer [nummer04]
Uit onderzoek naar de transactiegegevens is gebleken dat met deze kaart in de periode van 14 juni 2017 tot en met 21 december 2017 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
€ 58.710.
Kaartnummer [nummer05]
Uit onderzoek naar de transactiegegevens is gebleken dat met deze kaart in de periode van 26 juni 2017 tot en met 25 januari 2018 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
€ 240.550.
Kaartnummer [nummer06]
Uit onderzoek naar de transactiegegevens is gebleken dat met deze kaart in de periode van 15 augustus 2017 tot en met 17 januari 2018 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
€ 16.150.
Pondspondsgewijze verdeling
[veroordeelde02] stelt dat [veroordeelde01] een veel grotere rol had dan hij, terwijl [veroordeelde01] stelt dat [veroordeelde02] een veel grotere rol had. Aan het dossier en het onderzoek op de terechtzitting valt geen indicatie te ontlenen voor de concrete verdeling van de opbrengst. Ook ziet de rechtbank geen concrete aanknopingspunten waaruit kan worden afgeleid dat de ene veroordeelde een grotere rol had dan de andere. De omstandigheid dat [veroordeelde02] een jaar meer gevangenisstraf heeft gekregen dan [veroordeelde01] is daartoe onvoldoende, omdat uit het vonnis niet blijkt dat de rolverdeling daarvoor de reden is geweest, maar dat de persoonlijke omstandigheden van [veroordeelde01] zwaar hebben meegewogen. Evenmin kan uit de stellingen van [veroordeelde01] omtrent zijn locatiegegevens, worden geconcludeerd dat de één een grotere rol had dan de ander. De locatie van zijn telefoon zegt op zich niets over zijn eigen locatie en dus ook niet over de vraag of hij zelf op dat moment gepind heeft.
Weliswaar kan niet worden vastgesteld door wie welke pintransactie is uitgevoerd, maar zowel [veroordeelde01] als [veroordeelde02] hebben verklaard tientallen keren geldbedragen van voornoemde vijf kaarten te hebben gepind. Omdat zij beiden geen inzicht hebben gegeven in de (onderlinge) verdeling van het geld en niet is gebleken van aanknopingspunten voor een afwijkende verdeelsleutel, zullen de contante opnamen met de vijf cryptocurrency kaarten pondspondsgewijs tussen hen worden verdeeld.
Resumé opbrengsten contante opnamen met cryptocurrency kaarten
Cryptocurrencykaart [nummer07] € 211.030,00
Cryptocurrencykaart [nummer03] € 137.580,00
Cryptocurrencykaart [nummer04] € 58.710,00
Cryptocurrencykaart [nummer05] € 240.550,00
Cryptocurrencykaart [nummer06]
€ 16.150,00 +
Totaal € 664.020,00 : 2 = € 332.010,00.
Dit leidt tot de conclusie dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van [veroordeelde01] uit de cryptocurrency kaarten wordt geschat op
€ 332.010,00.
[bedrijf01] cryptocurrency kaarten
Op 26 april 2019 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in het ouderlijk huis van [veroordeelde02] . Hierbij is in de slaapkamer van [veroordeelde02] een koffer aangetroffen en in beslag genomen met daarin, naast persoonlijke spullen van [veroordeelde02] , pincodekaartjes van [bedrijf01] (een bedrijf dat aan cryptowallets gekoppelde kaarten uitgeeft). Op deze pincodekaartjes van [bedrijf01] staat midden onderaan de pincode en rechts bovenaan een viercijferig nummer. Op vijf van deze kaartjes was een pincode zichtbaar, omdat de ‘afdeklaag’ was open gekrast.
- Uit onderzoek naar de transactiegegevens van kaart [nummer08] is gebleken dat met deze kaart in de periode van 15 april tot en met 15 juli 2016 in totaal 48 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
- Uit onderzoek naar de transactiegegevens van kaart [nummer09] is gebleken dat met deze kaart in de periode van 15 april tot en met 11 oktober 2016 in totaal 88 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
- Uit onderzoek naar de transactiegegevens van kaart [nummer10] is gebleken dat met deze kaart in de periode van 15 april tot en met 27 juli 2016 in totaal 36 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
- Uit onderzoek naar de transactiegegevens van kaart [nummer11] is gebleken dat met deze kaart in de periode van 15 april tot en met 15 juli 2016 in totaal 27 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
- Uit onderzoek naar de transactiegegevens van kaart [nummer12] is gebleken dat met deze kaart in de periode van 15 april tot en met 12 september 2016 in totaal 37 contante opnamen zijn gedaan voor een totaalbedrag van
In de periode van 15 april 2016 tot en met 11 oktober 2016 is een bedrag van in
totaal
€ 140.810,00contant opgenomen. Deze contante opnamen zijn gedaan door middel van verschillende kaarten, waarvan de gedeeltelijke kaartnummers met pincodes zijn aangetroffen in een aan [veroordeelde02] toebehorende koffer. [veroordeelde02] heeft bekend dat hij deze kaarten in zijn bezit heeft gehad en daarmee heeft gepind.
Aangezien niet kan worden vastgesteld dat [veroordeelde01] over de [bedrijf01] cryptocurrency kaarten heeft beschikt of daarmee heeft gepind, kan ook niet worden vastgesteld dat hij daarvan daadwerkelijk wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten. Daarom zal het bedrag van € 140.810,00 als uitsluitend door [veroordeelde02] wederrechtelijk verkregen voordeel worden aangemerkt.
Uitbetalingen cryptocurrency exchanges bankrekening [veroordeelde01] / [winkel01]
In de periode van 1 november 2016 tot en met 17 december 2018 hebben via de privérekening van [veroordeelde01] en de zakelijke rekening van zijn [winkel01] winkel 48 transacties van in totaal
€ 239.822,56 plaatsgevonden met bedrijven die handelen in/transacties verzorgen met cryptocurrencies (ook wel cryptocurrency exchanges genoemd). Niet is gebleken van enige zakelijke contacten tussen [winkel01] en deze ‘cryptobedrijven’. Ook is uit nader onderzoek gebleken dat bij twee bitcointransacties gebruik is gemaakt van een bitcoinmixer. Een bitcoinmixer wordt enkel gebruikt om de herkomst of bestemming van de bitcoins te verhullen. Ook is uit nader onderzoek gebleken dat op 20 februari 2019 nog een bedrag van
€ 5.945,00 is ontvangen op de bankrekening van [veroordeelde01] . Dit bedrag was afkomstig van een bitcoinexchange.
De rechtbank heeft in het strafvonnis geoordeeld dat alle binnenkomende bitcoins afkomstig zijn uit de handel in verdovende middelen via het darkweb.Dit betekent dat de rechtbank deze bedragen aanmerkt als wederrechtelijk verkregen voordeel.
[veroordeelde01] heeft verklaard dat hij zelf ook handelde in bitcoins en dat er in totaal een bedrag van € 89.540,52 is gestort in bitcoinwallets. De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat het aannemelijk is dat dit bedrag is geïnvesteerd in bitcoins. Omdat niet is vast te stellen of deze investering afkomstig is van legaal geld of dat het in feite een herinvestering van de uitgekeerde bitcoins betreft, zal de rechtbank uitgaan van het resterende saldo en dit bedrag in mindering brengen op de van de cryptobedrijven ontvangen € 239.822,56.
Aangezien de bedragen zijn gestort op aan [veroordeelde01] toebehorende bankrekeningen, kan niet worden vastgesteld dat [veroordeelde02] hiervan ook daadwerkelijk wederechtelijk verkregen voordeel heeft genoten. Daarom zal het bedrag van
€ 156.227,04(€ 239.822,56 - € 89.540,52 +
€ 5.945,00) als uitsluitend door [veroordeelde01] wederrechtelijk verkregen voordeel uit cryptocurrency exchanges worden aangemerkt.
Uitbetalingen cryptocurrency exchanges bankrekening [veroordeelde02]
In de periode van 17 mei 2018 tot en met 15 januari 2019 hebben via de privérekening van [veroordeelde02] vier transacties van in totaal € 21.030,50 plaatsgevonden met cryptocurrency exchanges. [veroordeelde02] heeft verklaard dat deze bedragen zijn verdiend met de handel in ICO’sen het minen van cryptocurrencies. Echter, uit onderzoek naar de gegevens die de FIOD ter beschikking staan is niets gebleken omtrent de handel in ICO’s.Aangezien de rechtbank in het strafvonnis heeft geoordeeld dat alle binnenkomende bitcoins afkomstig zijn uit de handel in verdovende middelen via het darkweb en de verklaring van [veroordeelde02] niet is te verifiëren, is het aannemelijk dat het bedrag van € 21.030,50 afkomstig is uit de handel in verdovende middelen.
Anders dan het Openbaar Ministerie, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat [veroordeelde01] hiervan ook daadwerkelijk wederechtelijk verkregen voordeel heeft genoten, zodat het bedrag van € 21.030,50 als uitsluitend door [veroordeelde02] wederechtelijk verkregen voordeel zal worden aangemerkt.
Bitcoinwallets/vervolgprofijt
Tijdens de aanhouding van [veroordeelde02] op 9 april 2019 is een telefoon van het merk Samsung in zijn
broekzak aangetroffen en in beslag genomen. Uit onderzoek is gebleken dat deze telefoon bij [veroordeelde02] in gebruik was en werd gebruikt bij de handel in verdovende middelen. Op deze Samsung telefoon zijn chatgesprekken aangetroffen die plaatsvonden via de app Wickr.
Uit de veiliggestelde gegevens komen twee bitcoinwalletadressen naar voren. Uit onderzoek naar deze wallets is gebleken dat tussen 2 februari 2019 en 8 maart 2019 in totaal 49,5 bitcoins en tussen 4 en 6 april 2019 in totaal 5,8 bitcoins op deze wallets zijn ontvangen.
Een van de walletadressen, waarop in totaal de 49,5 bitcoins zijn ontvangen, is aangetroffen op een afbeelding. Deze afbeelding betreft een schermafdruk van Protonmail. Hierop is te zien dat “ [account01] ” dit walletadres op 27 februari 2019 mailt naar [account02] Aangenomen wordt dat dit walletadres in gebruik was bij “ [account01] ” om bitcoins op te ontvangen. Uit het strafrechtelijk onderzoek is reeds gebleken dat “ [account01] ” een nickname is van [veroordeelde02] op het darkweb. Bovendien vindt er tussen de gebruiker van de telefoon en [account01] een chatgesprek plaats over MDMA via de app Wickr.
Het andere walletadres (van gebruiker “ [account03] ”), waarop in totaal 5,8 bitcoins zijn ontvangen, is door de gebruiker van de telefoon, oftewel door [veroordeelde02] , via Wickr verzonden naar een derde, zodat aannemelijk is dat dit zijn walletadres betreft.
De 55,3 bitcoins (49,5 + 5,8) werden overgemaakt naar een bitcoinmixer waardoor ze niet meer te traceren zijn en dus niet in beslag konden worden genomen.
Namens [veroordeelde02] is aangevoerd dat [veroordeelde02] op 15 april 2019 in beperkingen zat en [veroordeelde01] niet,
zodat de ‘full spend’ vanaf het walletadres van “ [account03] ” op 15 april 2019 mogelijk aan [veroordeelde01] kan worden toegeschreven en dat deze ‘full spend’ in ieder geval niet door [veroordeelde02] kan zijn geïnitieerd. [veroordeelde01] ontkent dat hij over de inloggegevens van de walletadressen beschikte.
Naar het oordeel van de rechtbank zegt de datum van overboeken (full spend) weinig tot niets, omdat een walletadres vanaf verschillende gegevensdragers kan worden benaderd, mits men over de inloggegevens beschikt. Met de inloggegevens kan iedereen de inhoud van een walletadres verplaatsen en dus de bitcoins veiligstellen. Niet kan met zekerheid worden vastgesteld dat naast [veroordeelde02] ook [veroordeelde01] beschikte over de inloggegevens en dus ook toegang had tot die walletadressen en over de bitcoins kon beschikken.
Om die reden wordt aannemelijk geacht dat [veroordeelde02] de 55,3 bitcoins nog steeds ergens voorhanden heeft. Daarom zullen die 55,3 bitcoins uitsluitend voor [veroordeelde02] als wederrechtelijk verkregen voordeel worden aangemerkt.