ECLI:NL:RBROT:2021:198

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 januari 2021
Publicatiedatum
15 januari 2021
Zaaknummer
10/960065-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming en medeplegen van drugshandel via darknet markets met vaststelling wederrechtelijk verkregen voordeel

Op 14 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende profijtontneming en medeplegen van drugshandel via darknet markets. De veroordeelde, die preventief gedetineerd was, werd beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde zich samen met anderen heeft beziggehouden met de internationale handel in verdovende middelen, waarbij hij betrokken was bij de verkoop van verschillende soorten harddrugs via darknet platforms. De rechtbank stelde vast dat de veroordeelde geen concrete informatie over zijn mededaders heeft verstrekt en dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat hij slechts een loopjongen was. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde zelf heeft geprofiteerd van de drugshandel en dat hij wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten. De officier van justitie had een vordering ingediend tot vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 26.045,27, maar de rechtbank stelde dit bedrag vast op € 13.022,63, dat de veroordeelde aan de staat moest betalen. Daarnaast werd een gijzeling van 260 dagen opgelegd. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/960065-19 (
ontneming)
Datum uitspraak: 14 januari 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, op de vordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht van de officier van justitie in de zaak tegen de veroordeelde:
[naam veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats veroordeelde] op [geboortedatum veroordeelde],
feitelijke woon- of verblijfplaats [adres veroordeelde],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting (hierna: PI) Nieuwegein,
raadsman mr. S.Ph.Chr. Wester, advocaat te Amsterdam.

1..ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 december 2020.

2..VOORAFGAANDE VEROORDELING

Bij (onherroepelijk) vonnis van deze rechtbank van 9 juni 2020 is [naam veroordeelde] veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren wegens, voor zover van belang:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Bewezen is verklaard dat beide feiten zijn gepleegd in de periode 10 december 2018 tot en met 28 mei 2019.
In deze procedure wordt als vaststaand aangenomen dat voornoemde strafbare feiten door de veroordeelde zijn begaan.

3..VORDERING

De officier van justitie mr. G. Sannes heeft gevorderd dat de rechtbank het bedrag als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) zal vaststellen op € 26.045,27 en dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling aan de staat van dat geldbedrag ter ontneming van dat geschatte voordeel.
De officier van justitie heeft dit bedrag bepaald op basis van een transactieberekening.
De vordering van de officier van justitie is gebaseerd op artikel 36e lid 2 Sr. De vordering betreft voordeel verkregen door middel van of uit de baten van de hierboven genoemde bewezenverklaarde strafbare feiten en andere strafbare feiten waarvan aannemelijk is dat zij op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.

4..UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEREKENING VAN HET WEDERRECHTELIJK VERKREGEN VOORDEEL

Standpunt verdediging
De verdediging heeft - overeenkomstig de aan de rechtbank overgelegde pleitaantekeningen - bepleit dat de ontnemingsvordering dient te worden afgewezen dan wel aanzienlijk dient te worden gematigd. Daartoe is aangevoerd dat de veroordeelde niets heeft verdiend met de handel in verdovende middelen. Gedurende de gehele onderzoeksperiode is de veroordeelde financieel door zijn familie onderhouden. De laptop die in zijn woning is gevonden, waarop de vendor-gegevens zijn aangetroffen, was niet van de veroordeelde. Daarom is niet, althans onvoldoende, aannemelijk geworden dat andere strafbare feiten op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat de veroordeelde daadwerkelijk wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten. De veroordeling ziet op medeplegen, maar de veroordeelde was slechts een loopjongen van de perso(o)n(en) die achter de bewezen verklaarde feiten zit(ten).
Beoordeling
Het is een feit van algemene bekendheid dat de internationale handel in verdovende middelen zeer lucratief is.
Bewezen is dat de veroordeelde zich samen met één of meer anderen [1] met de internationale handel in verdovende middelen heeft bezig gehouden en vele kilo’s (hard)drugs (MDMA, XTC tabletten, cocaïne, amfetamine en hash) wereldwijd via de post heeft verzonden. Dat de veroordeelde slechts een naïeve loopjongen was die door (een) ander(en) is gebruikt, is geenszins aannemelijk geworden. In dit verband is van belang dat één van de kamers in de woning van de veroordeelde was ingericht als inpakkamer en dat daar een grote handelsvoorraad drugs aanwezig was alsmede allerlei inpakmaterialen. [2] Ook duidt het aantreffen van de laptop met vendor gegevens in de woning van de veroordeelde niet op een ondergeschikte rol. Nog daargelaten dat het volstrekt onaannemelijk is dat de eigenaar van de laptop deze in de woning van een ander zou achterlaten, heeft de veroordeelde desgevraagd niet willen verklaren van wie die laptop dan wel zou zijn.
Gelet op het bovenstaande en op de bewijslastverdeling in ontnemingszaken had het op de weg van de veroordeelde gelegen om zijn stellingen nader te onderbouwen dan wel van een begin van aannemelijkheid te voorzien. Dat heeft hij niet gedaan en dit dient voor zijn risico te blijven.
De veroordeelde heeft op geen enkele wijze, bijvoorbeeld door middel van bankafschriften of verklaringen, onderbouwd dat hij financieel door zijn familie werd onderhouden.
Ten slotte zijn ook twee tapgesprekken die de veroordeelde na zijn aanhouding vanuit de PI met zijn moeder heeft gevoerd veelzeggend. Daarin zegt de veroordeelde tegen zijn moeder dat hij over geld in bitcoins beschikt, maar dat hij daar niet bij kan komen omdat de politie zijn telefoon in beslag heeft genomen. De verklaring van de veroordeelde ter terechtzitting dat hij dit enkel heeft gezegd om stoer te doen is geenszins aannemelijk, omdat niet valt in te zien waarom hij tegenover zijn moeder uit stoerdoenerij zou liegen. Die strekking had dit gesprek in het geheel niet, zo valt uit de context op te maken.
Gezien het vorenstaande kan buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat de veroordeelde
zelf van de drugshandel heeft geprofiteerd.
Medeplegen
In haar strafvonnis van 9 juni 2020 heeft de rechtbank ‘medeplegen’ bewezen verklaard. Ter terechtzitting heeft de veroordeelde desgevraagd verklaard dat er drie anderen bij de drugshandel waren betrokken. Echter, de veroordeelde heeft geen concrete, verifieerbare gegevens over deze personen willen verstrekken. Ook biedt het dossier geen aanleiding om te veronderstellen dat er in totaal meer dan twee personen bij de drugshandel waren betrokken, zodat daarvan zal worden uitgegaan. Bij gebreke van een andere uitleg wordt aangenomen dat sprake was van een ponds/pondsverdeling tussen de veroordeelde en zijn mededader.
Andere strafbare feiten
Naar het oordeel van de rechtbank bestaan er voldoende aanwijzingen dat de veroordeelde ook andere strafbare feiten heeft begaan, waaruit hij wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Op basis van het onderzoek naar vendorkenmerken op darknet markets is aannemelijk geworden dat de veroordeelde zich ook voorafgaand aan de in het vonnis bewezenverklaarde periode bezig hield met de verkoop van (hard)drugs.
Periode
De eerste geplaatste feedback op de darknet market Dream Market vond plaats op 4 december 2018. [3] Daarom zal de rechtbank de in het rapport ‘Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict van 8 mei 2020’ (hierna: het rapport) tot uitgangspunt genomen onderzoeksperiode van 4 december 2018 tot en met 28 mei 2019 (datum aanhouding veroordeelde) eveneens hanteren.

5..BEOORDELING EN BEREKENING WEDERRECHTELIJK VERKREGEN VOORDEEL

Vervolgens is de vraag op welk bedrag het door de veroordeelde behaalde wederrechtelijk verkregen voordeel beredeneerd kan worden geschat.
De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is gegrond op de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het rapport vermeldt de wettige bewijsmiddelen waarop de berekening berust. Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 26 maart 2013, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2013:BV9087, zal de rechtbank deze bewijsmiddelen niet nader uitwerken, maar volstaan met het vermelden van de conclusies en onderdelen van dit rapport.
De financieel rapporteur heeft bij de berekening van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel in zijn rapport de concrete berekeningsmethode gehanteerd en het geschatte bedrag als volgt berekend.
Omzet [4]
De veroordeelde is betrokken geweest bij het verhandelen van verdovende middelen op de darknet markets Dream Market en Nightmare Market onder de vendor namen DrugsTradeCenter en Mr.Ted.
Vendor
Darknet market
Registratiedatum
Laatst actief op
Transacties
Feedbacks
DrugsTradeCenter
Dream Market
28-11-2018
01-05-2019
500
361
DrugsTradeCenter
Nightmare Market
27-03-2019
onbekend
41
21
Mr.Ted
Dream Market
11-12-2018
23-04-2019
97
70
Totaal
638
452
Ten aanzien van Dream Market
Uit de door Europol verstrekte informatie blijkt onder meer dat:
  • de totale omzet van deze 361 feedbacks een waarde vertegenwoordigt van 15,194 BTC;
  • de totale omzet van deze 361 feedbacks omgerekend een waarde heeft van € 49.947,95.
Uit de door Europol verstrekte gegevens blijkt dat er totaal 500 succesvolle verkopen op Dream Market zijn verricht. Derhalve zal de omzet van 361 feedbacks worden geëxtrapoleerd over 500 succesvolle verkopen door middel van de volgende berekening:
500 verkopen / 361 feedbacks = factor 1,39
Omzet op basis van 361 feedbacks = € 49.947,95
Omzet op basis van 500 verkopen = € 49.947,95 x factor 1,39 =
€ 69.427,65.
Ten aanzien van Nightmare Market
Op de vendor pagina van DrugsTradeCenter op Nightmare Market staat vermeld dat er totaal 41 succesvolle verkopen zijn verricht. Derhalve zal de omzet van 21 feedbacks worden geëxtrapoleerd over 41 succesvolle verkopen door middel van de volgende berekening:
41 verkopen / 21 feedbacks = factor 1,95
Omzet op basis van 21 feedbacks = € 732,52
Omzet op basis van 41 verkopen = € 732,52 x factor 1,95 =
€ 1.428,41.
Ten aanzien van Mr.Ted/Dream Market
Uit de door Europol verstrekte informatie blijkt onder meer dat:
  • de totale omzet van deze 70 feedbacks een waarde vertegenwoordigt van 1,182 BTC;
  • de totale omzet van deze 70 feedbacks omgerekend een waarde heeft van € 3.848,39.
Het is onbekend hoeveel succesvolle verkopen er zijn verricht. Het is aannemelijk dat er meer verkopen zijn verricht dan het aantal gegeven feedbacks. Om die reden zal de omzet van 70 feedbacks worden geëxtrapoleerd aan de hand van de factor Dream Market:
Aantal feedbacks 70 x 1,39 = afgerond 97 orders.
Omzet feedbacks € 3.848,39 x 1,39 =
€ 5.349,26.
Totale omzet
Omzet vendor DrugsTradeCenter op Dream Market € 69.427,65
Omzet vendor DrugsTradeCenter op Nightmare Market € 1.428,41
Omzet vendor Mr.Ted de Dream Market
€ 5.349,26 +
Totaal € 76.205,32
Kosten
Inkoopkosten [5]
Uit de jurisprudentie volgt dat bij het ontbreken van concrete informatie, de inkoopkosten van de verkochte harddrugs kan worden afgeleid van de verkoopprijs en dat het gangbaar is om als inkoopprijs 50% van de verkoopprijs te rekenen, dus in de onderhavige zaak een bedrag van
€ 38.102,66(50% van € 76.205,32).
Verzendkosten [6]
570 brievenbuspost verzendingen x € 2,95 = € 1.681,50
68 postpakket verzendingen x € 48,71 =
€ 3.312,28 +
Totale verzendkosten
€ 4.993,78
Verpakkingskosten [7]
Deklading
€ 4.018,80
Luchtkussenenveloppen
€ 91,20
Vacuümzakken
€ 140,36
Vacuümmachine
€ 2.813,25 +
Totaal
€ 7.063,61
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Totale omzet € 76.205,32
Inkoopkosten € 38.102,66
Verzendkosten € 4.993,78
Verpakkingskosten
€ 7.063,61 -
winst/wederrechtelijk verkregen voordeel€ 26.045,27 : 2 daders =
€ 13.022,63

6..VASTSTELLING VAN HET TE BETALEN BEDRAG

De rechtbank zal aan de veroordeelde de verplichting opleggen om het gehele bedrag van
€ 13.022,63ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel aan de staat te betalen.
Bij deze beslissing zijn in aanmerking genomen de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde.

7..GIJZELING

Met ingang van 1 januari 2020 is het nieuwe elfde lid van artikel 36e Sr direct van toepassing geworden. De rechtbank zal daarom bij het opleggen van de maatregel ook de duur van de gijzeling bepalen die, met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering, in dit geval ten hoogste kan worden gevorderd.

8..TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

Deze beslissing is gegrond op artikel 36e Sr.

9..BESLISSING

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op
€ 13.022,63(zegge:
dertienduizendtweeëntwintig euro en drieënzestig eurocent);
- legt aan de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat van
€ 13.022,63
(zegge:
dertienduizendtweeëntwintig euro en drieënzestig eurocent);
- bepaalt de duur van de
gijzelingdie ten hoogste kan worden gevorderd op
260(zegge:
tweehonderdzestig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. D.C.J. Peeck en P. van Dijken, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.N. Maat, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 januari 2021.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Vonnis van de rechtbank Rotterdam 9 juni 2020, pagina 3.
2.Vonnis van de rechtbank Rotterdam 9 juni 2020, pagina 4.
3.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict van 8 mei 2020, pagina 6.
4.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict van 8 mei 2020, pagina 5 t/m7.
5.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict van 8 mei 2020, pagina 7 en 8.
6.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict van 8 mei 2020, pagina 8 en 9.
7.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict van 8 mei 2020, pagina 9 t/m 11.