De toezichthouder schrijft in het rapport onder meer het volgende:
“
Datum en tijdstip van de bevinding: 9 juli 2021 omstreeks 10:00 uur.
Ik heb in het bedrijf aangesproken en ben met naam en functie bekend bij: [naam], functie: plantmanager.
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij in de niet gekoelde opslagruimte van het bedrijf. Deze ruimte is apart aangebouwd, naast de kantine en het kantoor van het uitzendbureau. Het gebouw heeft twee grote deuren, die gelijktijdig als ingang/uitgang worden gebruikt. Eén deur kijkt naar de kledingruimte (en tijdelijke kantine) en de tweede deur kijkt naar het kantoor van de export/verkoop afdeling. Beide deuren zijn gemaakt als "garagedeuren", die naar boven getild kunnen worden en daardoor open gaan en ook vervolgens naar beneden kunnen zakken, waardoor men ze dicht kan doen.
In deze ruimte zag ik opgestapelde kratten op pallets staan. Deze kratten waren van boven afgedekt met blauwe folie, aan de zijkant waren de kratten niet afgedekt, zie fotobijlage foto 2. Deze ruimte was ongeveer half vol met deze pallets met lege kratten. Uit nadere inspectie bleek mij dat alle kratten schone kratten waren die het bedrijf gebruikt voor de opslag van humaan bestemd product. Eén pallet met daarop gestapelde kratten stond tegen een muur van de ruimte, zie fotobijlage foto 1.
Naast deze pallet stonden twee rode bakken, met plastic folie op de bovenkant. De bak direct naast de pallet met schone vleeskratten (verder: "linker bak"), was afgedekt met blauwe plastic folie. Dit zowel op en compleet om de opening van de bak. In de tweede rode bak (verder: "rechter bak") lag de folie op het product in de bak. Bij de zijkant van de bak (aan de binnenkant van de bak) was de rand van folie een paar centimeters verschoven waardoor ik zag dat het product niet volledig afgedekt was, zie fotobijlage foto 5.
Na mijn bevindingen liep ik naar het kantoor van de export/verkoop afdeling. Ik heb aan de medewerker het telefoonnummer van de plantmanager gevraagd en ben terug naar de opslagruimte gelopen. Daar heb ik geprobeerd de plantmanager te bellen. Ik kreeg hem niet te pakken. Nadat ik een paar minuten gewacht had, heb ik de plantmanager opnieuw gebeld. Gedurende deze periode (10-15 minuten) heb ik geen medewerkers gezien die bezig waren met deze bakken.
Hierna zag ik de teamleider inpak-delen lopen en ik riep hem. Ik liet hem mijn bevindingen zien en vroeg hem of hem iets bekend was over de bakken en de reden waarom die bakken daar stonden. Hij gaf aan hier niets van te weten. Ik verzocht hem dat hij ook zou proberen de plantmanager te bellen. Hem is dat wel gelukt. Inmiddels vroeg ik de teamleider waarvoor deze ruimte gebruikt werd. Hij vertelde dat deze ruimte bedoeld is voor het opslaan van schone kratten en dat deze kratten uitsluitend voor humaan bestemd product zijn. Gedurende de hele tijd, vanaf dat ik de bakken voor het eerst heb gezien, zag ik 4-5 vliegen rond de bakken vliegen. 1-2 vliegen vlogen naar de rechter bak en gingen onder de folie op het product zitten, zie fotobijlage foto 6.
De plantmanager heeft aan de medewerkers de opdracht gegeven om de bakken naar de ruimte voor CAT3 materiaal te verplaatsen.
Ik zag dat tijdens de opslag geen gebruik werd gemaakt van afgesloten recipiënten voor de opslag van dierlijke bijproducten, ter voorkoming van risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid.
[…]
Ik bracht [naam], als plantmanager, van mijn bevindingen op de hoogte en zegde ter zake een rapport van bevindingen aan. Ik heb het rapport van bevindingen tevens per e-mail aangezegd, zie bijlage aanzegging rapport per email 12-07-2021.”