ECLI:NL:RBROT:2023:4504
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot naturalisatie wegens twijfel over identiteit en nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in het beroep van een eiser die verzocht om naturalisatie. De eiser, die stelt de Soedanese nationaliteit te hebben en sinds 1998 in Nederland verblijft, had eerder een verblijfsvergunning onder de Ranov-regeling verkregen. Het verzoek tot naturalisatie werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat er gerede twijfel bestond over de identiteit en nationaliteit van de eiser. Deze twijfel was gebaseerd op een rapport van het Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (TOELT), waarin werd geconcludeerd dat de eiser niet te herleiden was tot de spraakgemeenschap van Zuid-Soedan, maar wel tot die van Nigeria. De rechtbank heeft de afwijzing van het verzoek tot naturalisatie door verweerder bevestigd, omdat de eiser niet voldoende bewijs had geleverd om de twijfels weg te nemen. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet in bewijsnood verkeerde, aangezien hij niet had aangetoond dat hij al het mogelijke had gedaan om identificerende documenten te verkrijgen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de Staatssecretaris terecht had besloten het verzoek tot naturalisatie af te wijzen.