Uitspraak
Open Dutch Fiber B.V. (ODF), verzoekster
Delta Fiber Netwerk B.V. (Delta)
Inleiding
[Naam] en [Naam]. Van de zijde van het college waren voorts aanwezig
E.G. Zaagsma, A.D.A. de Jong en mr. R.R. de Vink. Namens Delta zijn verder verschenen [Naam] en [Naam].
Voorgeschiedenis
Aanvragen en besluitvorming
Standpunten van het college
25 december 2022. Voorts wordt volgens verweerder niet voldaan aan de eis van onomkeerbaarheid. De door Delta aan te leggen kabels kunnen immers weer worden verwijderd evenals de POP-stations, en de aanleg door Delta laat onverlet dat ODF ook op een later moment alsnog haar glasvezelnetwerk zal kunnen uitrollen.
15 juli 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:5815) verkeerd. Artikel 3:41 van de Awb is van toepassing op besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht. Het instemmingsbesluit dat via MOOR aan Delta is bekendgemaakt, omvat het instemmingsbesluit en de daarbij behorende gewaarmerkte tekeningen. Op deze tekeningen, die voldoen aan de aanvraagvereisten uit de Telecommunicatieverordening Papendrecht, is te zien dat het instemmingsbesluit betrekking heeft op Gebied B, bestaande uit wat ODF benoemd als gebied B1 en gebied B2. Het instemmingsbesluit is dus op de juiste wijze bekend gemaakt aan Delta en de juiste tekeningen maken hiervan onderdeel uit. De bekendmaking in MOOR waarnaar ODF verwijst, betreft enkel een attentiebericht voor andere gebruikers van MOOR.
Standpunten van Delta
Beoordeling door de voorzieningenrechter
1 november 2022 tot 1 november 2023. ODF wist dat Delta ook meldingen zou indienen, zodat onverkorte instemming met alle door ODF ingediende meldingen niet mogelijk was. ODF kon dus weten dat het college keuzes moest maken in de planning van de werkzaamheden. Daarbij lag voor de hand dat het college de eerder door partijen ingediende planningen zou gebruiken, nu die op het hele grondgebied van de gemeente betrekking hadden. ODF heeft niet aan het college kenbaar gemaakt dat haar op 21 juli 2022 ingediende planning niet meer actueel was. Evenmin heeft ODF uit eigen beweging op of na 29 juli 2022 een nieuwe planning ingediend, terwijl ODF in die periode wel contact heeft gehad met het college over bijvoorbeeld de POP-locaties. Zij wist dus dat het college bezig was met de voorbereiding van de instemmingsbesluiten voor ODF. Daarmee heeft ODF het risico genomen dat het college op basis van haar aanvankelijke planning tot een voor ODF onwenselijke verdeling zou besluiten.
De voorbereiding van de bestreden besluiten is daarom gebrekkig. Dat leidt er echter niet toe dat op dit punt een voorziening moet worden getroffen. Daarbij betrekt de voorzieningenrechter dat ODF zelf heeft bijgedragen aan de ontstane situatie door als ervaren partij niet aan het college kenbaar te maken dat de ingediende planning niet meer actueel was. Verder weegt mee dat ODF met het indienen van een voorlopige voorziening heeft gewacht tot nadat Delta is gaan graven in het gebied Tjaskermolen. Bij een belangenafweging komt zwaar gewicht toe aan het belang van Delta om de gestarte werkzaamheden voort te kunnen zetten alsook aan het door het college te behartigen belang van omwonenden om niet langer dan nodig met overlast te worden geconfronteerd in gebied B. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter wegen deze belangen onder de gegeven omstandigheden zwaarder dan het belang van ODF dat alsnog via een ordemaatregel wordt bereikt dat Delta met betrekking tot gebied B de werkzaamheden ten dele zal moeten staken. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding in te grijpen met een voorlopige voorziening voor wat betreft de geldigheidsduur van de bestreden besluiten 1 en 2.
Beslissing
1 februari 2023 en deze schorsing na 1 februari 2023 vervalt zodra het college op het bezwaar heeft besloten en die beslissing heeft bekendgemaakt;