1.4.Uitgangspunt is dat artikel 5.2 van de Tw een plicht oplevert voor de rechthebbende of de beheerder van openbare gronden om te gedogen dat ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk kabels in en op deze gronden worden aangelegd, instandgehouden of opgeruimd. Verzoeksters erkennen dat deze instemmingsprocedure er niet is om eerlijke concurrentie te waarborgen. Volgens verzoeksters leidt KPN’s voornemen tot ‘strategic overbuilt’ echter tot een evidente aantasting van de in artikel 5.4, tweede lid, van de Tw genoemde belangen, in het bijzonder de openbare orde, de veiligheid, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, de ondergrondse ordening en het voorkomen of beperken van overlast. Verweerder was om die reden gehouden voorschriften als bedoeld in het derde lid van artikel 5.4 van de Tw op te leggen.
Wettelijk kader en besluitvorming verweerder
2. In de bijlage bij deze uitspraak is het relevante wettelijke kader opgenomen.
3. Op 31 juli 2019 heeft NEM een aanvraag ingediend bij verweerder met het oog op instemming in de zin van artikel 5.4 van de Tw voor het realiseren van een telecomaansluiting ter hoogte van de Weimarstraat 174 in Den Haag. Dit betreft een glasvezelnetwerk dat wordt aangelegd in openbare grond onder de weg. De aanvraag is oorspronkelijk ingediend voor
de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. Nadien is dit gewijzigd in de periode 9 oktober 2020 tot 9 oktober 2021, waarmee is ingestemd bij het bestreden besluit.
4. Verweerder heeft de wegebeheerder om advies gevraagd. Die schreef op 28 augustus 2020 akkoord te zijn onder de volgende voorwaarden:
“1.Inritten in puin en beton moeten vermeden worden met graafwerkzaamheden 2.Vanaf 15 november tot 1 januari is het verboden in winkelgebieden werkzaamheden te verrichten 3.Gedurende het project is de aannemer verantwoordelijk voor het straatwerk wat opgebroken en dichtgemaakt is. 4.Voor de gebieden waar graafrust nog van toepassing is geldt een extra straatwerk herstelmoment na afloop van de werkzaamheden 5.Aanvrager dient bekend te zijn met parkeerprotocol 6.Het straatwerk dient na de werkzaamheden in een bepaald gebied opgeleverd te worden aan het stadsdeel 7.Afwijking van stadsdeel en Hans Meijer 8.De aannemer dient zorgvuldig, veilig en netjes om te gaan met de omgeving en met het straatwerk(breukverlies beperken) 9. De werkzaamheden dienen aangemeld te zijn in LTC. 10. Hou op elk moment rekening met de Corona-maatregelen. 11. Het stadsdeel moet op de hoogte gehouden worden van de planning.”
5. Primevest en T-Mobile hebben het college bij brief van 2 oktober 2020 verzocht de instemming op te schorten. Zij hebben in dit verband om meer aangevoerd dat er tevoren geen overleg met Primevest heeft plaatsgehad en dat het zeer twijfelachtig is of er voldoende ruimte in de ondergrond is om het netwerk van KPN aan te leggen. Verzoeksters hebben op 7 oktober 2020 een bezwaarschrift ingediend.
6. Bij brief van 7 oktober 2020 hebben verzoeksters voorts KPN aangeschreven. Volgens verzoeksters handelt KPN onrechtmatig jegens hen door de voorgenomen uitrol van gasvezel in het Regentessekwartier. Verzoeksters hebben KPN verzocht hen te berichten dat KPN in afwachting van de uitkomst van een door verzoeksters in te dienen verzoek om voorlopige voorziening tegen het bestreden besluit niet zal starten met de aanleg van het tweede glasvezelnetwerk in het Regentessekwartier.
7. KPN heeft verzoeksters op 8 oktober 2020 laten weten de werkzaamheden niet te zullen opschorten. Verzoeksters hebben diezelfde dag bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag een verzoek gedaan om voorlopige voorziening, dat op 9 oktober 2020 door de griffie van de rechtbank Rotterdam is ontvangen.
Spoedeisend belang en beoordelingskader
8. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeksters een spoedeisend belang hebben bij hun verzoek. Uit de stukken blijkt ten eerste genoegzaam dat zij als concurrent van KPN door het bestreden besluit worden getroffen in hun belang, zodat zij een rechtsreeks belang hebben in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Omdat T-Mobile gebruik maakt van het reeds in het Regentessekwartier in Den Haag door Primevest aangelegde glasvezelnetwerk is voorts duidelijk dat zij een spoedeisend belang hebben bij hun verzoek tot schorsing van het bestreden besluit. In dit verband neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat verzoeksters hebben aangevoerd dat de werkzaamheden tot gevolg zullen hebben dat het netwerk van Primevest letterlijk onder het KPN-netwerk zal worden bedolven en dat het realiseren van huisaansluitingen op het netwerk van Primevest hierdoor ernstig wordt belemmerd. Weliswaar zijn de werkzaamheden reeds aangevangen, maar verzoeksters hebben voorafgaand aan de start daarvan op 12 oktober 2020 – in overleg en door het indienen van dit verzoek – getracht de werkzaamheden afgesteld dan wel uitgesteld te krijgen, zodat de voorzieningenrechter uitgaat van een grote mate van spoedeisendheid van het verzoek om voorlopige voorziening. Dat, zoals KPN en NEM stellen, geen sprake is van onomkeerbaarheid doet hier niet aan af. Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter overgaan tot een belangenafweging, die in de eerste plaats een voorlopige rechtmatigheidstoetsing van het bestreden besluit inhoudt.
Lag er een aanvraag waarop kon worden beslist?
9. Het meest verstrekkende betoog van verzoeksters (subgrond III.A) dat verweerder niet bevoegd was een instemmingsbesluit aan NEM af te geven, omdat NEM geen aanvraag kon indienen omdat zij geen telecomaanbieder is, faalt op grond van het volgende. Artikel 5.4, eerste lid, van de Tw richt zich tot de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Het is die aanbieder die een melding doet en pas kan beginnen met de werkzaamheden na instemming van verweerder. NEM is een dergelijke aanbieder. Niet alleen wordt onder aanbieden van een elektronisch communicatienetwerk in artikel 1.1 van de Tw mede begrepen het bouwen van een elektronisch communicatienetwerk, maar voorts is in artikel 5.1 van de Tw bepaald dat in hoofdstuk 5 en de daarop berustende bepalingen onder een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk mede wordt verstaan degene die in eigen naam en voor eigen rekening kabels ten dienste van een dergelijk netwerk aanlegt, instandhoudt en opruimt. NEM en KPN hebben er voorts op gewezen dat NEM geregistreerd is als aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk bij de ACM. NEM kwalificeert derhalve als aanbieder van een elektronisch communicatienetwerk, nog los van het feit dat zij een groepsmaatschappij is van KPN die evident als zodanig kwalificeert.
10. Verzoeksters betogen voorts tevergeefs met het eerste deel van subgrond III.B dat verweerder niet bevoegd was instemming te verlenen voor de aanleg van een glasvezelnetwerk voor 15.000 huisaansluitingen in het Regentessekwartier via een enkele aansluiting aan de Weimarstraat 174 in Den Haag. Gelet op de tekeningen bij de melding en het in de aanvraag vermelde aantal vierkante meters waarop de werkzaamheden betrekking hebben, is duidelijk dat de melding ziet op één centraal aansluitpunt (POP) met vertakkingen conform de tekeningen.
De uitleg van artikel 5.4 van de Tw en de daarop gebaseerde lokale Telecommunicatieverordening