8.4.Daarom heeft verweerder gebruik kunnen maken van zijn bevoegdheid om de verbeurde dwangsom van € 250,- in te vorderen.
9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het besluit tot invordering van de verbeurde dwangsom in stand blijft. Eiser krijgt daarom het door hem betaalde griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn reis- en verletkosten.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Rop, rechter, in aanwezigheid van mr. S.M.J. Bos, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 november 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 5:37, eerste lid
Alvorens aan te manen tot betaling van de dwangsom, beslist het bestuursorgaan bij beschikking omtrent de invordering van een dwangsom.
Telecommunicatiewet
Artikel 3.9, aanhef en onder a en d
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot frequentieruimte voor het gebruik waarvan geen vergunning is vereist. Deze regels kunnen betrekking hebben op:
a. het gebruik van de frequentieruimte,
d. een meldingsplicht voor gebruikers, en
Artikel 15.1, eerste lid, aanhef en onder a
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet en de eidas-verordening zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren, voor zover het betreft de bepalingen die betrekking hebben op:
a. het gebruik van frequentieruimte;
Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
AIS (Automatic Identification System): automatisch identificatiesysteem gebaseerd op transponder technologie;
d.
binnenvaart: scheepvaart op de binnenwateren;
n.
maritiem mobiele communicatie: radiocommunicatie tussen radiostations op schepen onderling, tussen radiostations op een schip en op het vaste land en tussen een radiostation op een schip en een satelliet;
p.
MMSI (Maritime Mobile Service Identity): unieke combinatie van negen cijfers dat een radiostation of een groep van radiostations identificeert, zoals omschreven in paragraaf 6 van artikel 19 van het Radioreglement;
q.
pleziervaart: scheepvaart voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding.
Artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a
1. Bij gebruik van frequentieruimte met de bestemming ‘maritiem mobiele communicatie’ aan boord van een schip is het radioapparaat dat aan boord van het schip gebruikt wordt, geregistreerd voor gebruik aan boord van dat schip en wordt, onverlet artikel 8, voldaan aan de volgende voorschriften:
a. een maritiem mobiel radioapparaat gebruikt geen onjuiste of misleidende identificatie.