Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 juni 2022 in de zaak tussen
[naam eiseres], te [woonplaats eiseres], eiseres
de korpschef van Politie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
1 juli 2013. Sinds de inwerkingtreding van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Staatsblad 2013, 50) geldt in dergelijke gevallen de verzoekschriftprocedure uit titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat, zoals verweerder terecht heeft aangevoerd, eiseres tegen het primaire besluit geen bezwaar kon maken en verweerder daarop ten onrechte een inhoudelijke beslissing heeft genomen. De rechtbank merkt het verzoek van eiseres samen met het bezwaarschrift aan als een verzoek in de zin van artikel 8:90, tweede lid, van de Awb en het primaire en het bestreden besluiten samen als de reactie van verweerder op dat verzoek. Partijen hebben hiermee ingestemd.
- de IBT-docent in kwestie een gecertificeerde, zeer goed getrainde en ervaren docent is die al 14 jaar IBT-docent bij de politie is en daarvoor verschillende functies binnen de politieorganisatie heeft verricht;
- de trainingsdag door IBT-docent is voorbereid door het met andere IBT-docenten uitgebreid oefenen van de hoofdklem zodat duidelijk is hoe de hoofdklem veilig kon worden geoefend en door het opstellen van een lesplan en lesvoorbereidingsformulier waarin doelstellingen, risico’s, maatregelen en randvoorwaarden zijn opgenomen;
- de IBT-docent de deelnemers op het oefenen van de hoofdklem heeft voorbereid door een klassikale briefing/presentatie over de theorie te houden, eerst uitgebreid de hoofdklem zonder verzet te oefenen, in de oefenruimte instructies te geven en daarbij op mogelijk risico’s en gevaren te wijzen, een algemene en een specifieke warming-up te houden en aan deelnemers te vragen of zij blessures hebben;
- eiseres individuele instructies heeft gekregen over wat zij in de rol van verdachte wel en niet moest doen en dat zij niet de instructie heeft gekregen om zich hevig te verzetten, maar de instructie om licht verzet te bieden door zich verbaal te verzetten en door de armen zijwaarts op en neer te bewegen;
- de IBT-docent de oefening goed heeft waargenomen en dat alles in eerste instantie gemoedelijk, geleidelijk en volgens de regels, de gemaakte afspraken en de gegeven instructie is verlopen totdat eiseres ‘au/stop’ of woorden van gelijke strekking riep waarna de oefening direct is gestaakt.
[naam 7] ([naam 7]) verwezen.
Beslissing
mr. Y.E. Schuurmans, leden, in aanwezigheid van mr.P.F.H.M. Terstegge, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 juni 2022.