Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het verzoekschrift, ter griffie binnengekomen op 21 juni 2022, met producties 1 tot en met 28;
- de brief van 1 juli 2022 van Zero&Sano met een aanvulling van het verzoek en met producties 29 tot en met 34;
- het verweerschrift, met één productie;
- de e-mail van 4 juli 2022 van [verweerder01] , met producties 2 tot en met 5;
- de brief van 4 juli 2022 van Zero&Sano, met productie 35;
- de brieven van 5 juli 2022 van [verweerder01] , met producties 6 en 7;
- de brief van 6 juli 2022 van Zero&Sano, met productie 36.
2..De feiten
3..Het verzoek
4..Het verweer
5..De beoordeling
‘ernstig’verwijtbaar handelen. Daartoe wordt als volgt overwogen.
‘ernstig verwijtbaar handelen of nalaten’door de rechter met de nodige terughoudendheid moet worden toegepast. Uit de (niet limitatieve) voorbeelden van ernstig verwijtbaar handelen en de overige passages uit de parlementaire geschiedenis, blijkt dat bij ernstig verwijtbaar handelen sprake moet zijn van uitzonderlijke situaties. Het moet gaan om duidelijke en uitzonderlijke gevallen van onrechtmatige gedragingen, die te kwalificeren zijn als duidelijk strijdig met goed werknemerschap en op één lijn te stellen zijn met de voorbeelden die zijn gegeven in de parlementaire geschiedenis (Hof Den Haag 14 augustus 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1908). De gemene deler van al die gedragingen is dat de werknemer zich bewust is dan wel behoort te zijn van het onoorbare karakter van zijn handelen. Is geen sprake van een dergelijk uitzonderlijk geval, dan is er in de regel geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten maar ‘gewoon’ verwijtbaar of nalaten. De rechtspraak van de Hoge Raad bevestigt dat de lat voor ernstig verwijtbaar handelen zeer hoog ligt (HR 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2626). Zelfs in geval van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet behoeft nog geen sprake te zijn van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer (HR 30 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:484).
Zinzia)). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van de ontbinding kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
11 augustus 2022bij akte uit te laten over bewijslevering.
6..De beslissing
3 augustus 2022 te 12.00 uur;
uiterlijk 11 augustus 2022schriftelijk bewijs te leveren van het behalen van de in de studieovereenkomst genoemde opleiding Management in de Zorg aan de Hogeschool Rotterdam, onder gelijktijdige toezending van een afschrift aan de advocaat van Zero&Sano;