ECLI:NL:RBROT:2021:4409
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke boete opgelegd aan exploitant slachthuis wegens overtreding van de Wet dieren
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 mei 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van eiseres, een exploitant van een slachthuis, tegen een boete van € 2.500,- die door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit was opgelegd. De boete was opgelegd wegens een overtreding van de Wet dieren, specifiek omdat een karkas in contact was gekomen met de vloer van de slachthal. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit, maar dit werd ongegrond verklaard door de minister. Tijdens de zitting op 27 november 2020 heeft de rechtbank het beroep gezamenlijk behandeld met twee andere beroepen van eiseres. Eiseres voerde aan dat de overtreding niet was bewezen en dat het rapport van bevindingen niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank overwoog dat de bewijslast bij de minister ligt en dat de onschuldpresumptie van toepassing is. De rechtbank concludeerde dat het rapport van bevindingen voldeed aan de wettelijke eisen en dat de minister terecht had vastgesteld dat eiseres de overtreding had begaan. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was om de boete te matigen of op nihil te stellen, aangezien de ernst van de overtreding en de risico's voor de volksgezondheid niet gering waren. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.