Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
de rechtbank Rotterdam.
Rechtbank Rotterdam
Op 7 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker die zich niet kon vinden in de bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam om zijn bestuursrechtelijke beroep tegen een beslissing van het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten B.V. te behandelen. De verzoeker had eerder op 10 augustus 2020 een beroepschrift ingediend bij de rechtbank Den Haag, maar dit was doorgezonden naar de rechtbank Rotterdam. De verzoeker betwistte de bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam en diende op 28 september 2020 een wrakingsverzoek in. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet ontvankelijk was, omdat het niet gericht was tegen een specifieke rechter en er nog geen rechterlijke beslissing of handeling had plaatsgevonden. Bovendien werd vastgesteld dat de verzoeker het wrakingsmiddel misbruikte om de beslissing tot verwijzing van zijn zaak ongedaan te maken. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek en bepaalde dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze procedure niet in behandeling zal worden genomen.