ECLI:NL:RBROT:2019:9558
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard met bepaling voor toekomstige verzoeken
Op 21 november 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker die zich niet kon voldoen aan het verschuldigde griffierecht. De verzoeker had eerder een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar dit was door de griffier afgewezen. De verzoeker heeft vervolgens wraking aangevraagd van de bestuursrechtbank, maar de wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was. De wrakingskamer stelde vast dat het verzoek niet gericht was tegen de rechters die de zaak behandelden, maar tegen de beslissing van de griffier. De wrakingskamer concludeerde dat er geen sprake was van een rechterlijke beslissing en dat het wrakingsverzoek misbruik van het wrakingsmiddel inhield. Bovendien had de verzoeker eerder in andere procedures op dezelfde gronden wraking aangevraagd, wat ook was afgewezen. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking en bepaalde dat toekomstige wrakingsverzoeken in deze procedure niet in behandeling zullen worden genomen.