Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Renewi Nederland B.V.,gevestigd en kantoorhoudende te Eindhoven,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
1 januari 2020 geldt.
1 mei 2020 en aan [verzoeker] een transitievergoeding wordt toegekend van € 40.941,- bruto, rekening houdend met de gemiddelde overwerkvergoeding.
3..Het verzoek
8 november 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1734 inzake
Xella), meer in het bijzonder op de volgende overweging
“(…) De vergoeding die de werkgever aan de werknemer toekent tenminste gelijk is aan het bedrag aan transitievergoeding dat verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na die waarop de werkgever wegens arbeidsongeschiktheid van de werknemer de arbeidsovereenkomst zou kunnen (doen) beëindigen”.Volgens [verzoeker] blijkt uit het gebruik van het woord “
tenminste” dat de transitievergoeding berekend moet worden op basis van de wettelijke regeling zoals die gold per 13 december 2019 en niet de verlaagde transitievergoeding in het kader van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab), die per 1 januari 2020 in werking is getreden.
Max-Planck).Volgens [verzoeker] mag de werkgever in de onderhavige kwestie niet beloond worden door stil te zitten en geldt dat de door Renewi verschuldigde vergoeding tenminste gelijk is aan het bedrag aan transitievergoeding dat verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 13 december 2019. Dat leidt tot een transitievergoeding ten bedrage van € 72.220,50 bruto.
4..Het verweer
5..De beoordeling van het verzoek
€ 40.941,- bruto.
Victoria) met betrekking tot de gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst het goed werkgeverschap afhankelijk is gesteld van het verzoek van de werknemer. Anders gezegd, ook in die zaak is het initiatief bij de werknemer gelegd en is geen informatieverplichting van de werkgever gecreëerd op basis van goed werkgeverschap.