Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
SKYDEC HOLDING B.V.,
1..[naam gedaagde 1] ,
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 30 juli 2019, met producties 1 tot en met 37;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 43;
- de brief van 24 februari 2020 van de curator, waarbij producties 38 tot en met 50 in het geding zijn gebracht;
- de brief van 24 februari 2020 van [gedaagden] , waarbij producties 27 (nogmaals) en 44 tot en met 48 in het geding zijn gebracht;
- de brief van 6 maart 2020 van [gedaagden] , waarbij productie 49 in het geding is gebracht;
- de ter terechtzitting overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen van mr. Borsboom;
- het proces-verbaal van comparitie van 10 maart 2020.
2..De feiten
“(…) Het orderboek is leeg, het 1e kwartaal heeft de vennootschap nog een winst geboekt van 50K, het 2e kwartaal stevent af op een verlies van 150K en het 3e kwartaal zal naar verwachting geen verschil vertonen met het 2e kwartaal. Binnen afzienbare tijd zal het eigen vermogen negatief zijn. In dit kader is het onmogelijk te herfinancieren met vreemd vermogen. De voorzitter heeft de vraag voor een kredietfaciliteit aan onze huisbankier voorgelegd, welke hiertoe niet bereid was. De voorzitter vraagt, gezien de huidige stand van zaken, de aandeelhouders 250K af te storten. (…) Vooruitlopend op een eventueel negatief scenario stelt de voorzitter voor of het bestuur faillissement op eigen aangifte kan doen. (…)”
“(…)ADVIES:Zo snel mogelijk aansturen op een (technisch)faillissement want er is veel te weinig zicht om een substantiële inkomstengroei te realiseren en de kosten lopen door (…) Van de mogelijke boedel is het onroerend goed het belangrijkste aspect. Indien er nog maximaal € 300.000,- hypotheek aanwezig is moet de locatie verkocht kunnen worden voor meer dan dit bedrag ondanks de ligging in een verouderd industriegebied plus al langer in de (stille) verkoop (…)”.
3..Het geschil
4..De beoordeling
(i) selectieve betalingen?
.
“(…) Momenteel hebben wij in het geheel geen liquide middelen om aan uw betalingsverzoek te voldoen. (…)”. Vast staat derhalve dat gebrek was aan liquiditeit. [gedaagden] hebben zich verweerd met de stelling dat het ging om een tijdelijke liquiditeitskrapte en dat zij diverse acties hadden ondernomen om die krapte weg te nemen, bijvoorbeeld door het aanvragen van krediet bij de Rabobank (hierna: de bank). De curator heeft ter zake gesteld dat de bank de kredietaanvraag reeds vóór maart 2016 had afgewezen en heeft in het kader hiervan verwezen naar het jaarverslag van 2015.
“de verwachting gerechtvaardigd lijkt dat het resultaat voor 2016 aanmerkelijk lager zal uitvallen dan het gerealiseerde resultaat in 2015. (…)”. Ook staat in voornoemd verslag dat investeringen in 2016 beperkt mogelijk zullen blijven in verband met de kaspositie. Waarom [naam gedaagde 1] , zoals hij ter zitting heeft verklaard, op 1 mei 2016 ervan is uitgegaan dat 2016 een veel beter jaar zou worden dan 2015, ziet de rechtbank dan ook niet in. Er is werkelijk niets dat aan die verwachting grond kan bieden. Dat – indien al juist – SkyDec de bank zekerheden kon bieden voor een nieuw krediet, is evenmin voldoende om aan te nemen dat de bank tot kredietverstrekking zou overgaan.
€ 2.685,00(2,5 punt × tarief € 1.074,00)